Door smartphones zitten we langer in restaurants

Omdat we zo vaak op onze smartphone kijken, zitten we langer in restaurants dan tien jaar geleden.

Een restauranthouder in New York vroeg zich af waarom hij nog steeds hetzelfde aantal klanten bedient als tien jaar geleden, terwijl hij nu een verkleind aanbod en meer personeel heeft. Hij besloot uit te zoeken wat er in die tien jaar veranderd was door beveiligingsvideo’s naast elkaar te leggen, meldt Dineability.

In 2004 wisten klanten gemiddeld na acht minuten wat ze wilden bestellen, en zes minuten later worden de eerste gerechten geserveerd. Nadat klanten willen afrekenen duurt het vijf minuten totdat ze de zaak verlaten. In totaal was de gemiddelde klant in 2004 een uur en vijf minuten in het restaurant.

Tien jaar later

In 2014 gaat het er in hetzelfde restaurant heel anders aan toe. Voordat de klant het menu krijgt, heeft hij zijn telefoon al vast. Een deel van de klanten riep daarbij direct een ober voor hulp bij de wifi van het restaurant. Dat kost gemiddeld al vijf minuten extra. Wanneer de ober uiteindelijk vraagt wat de klant wil bestellen, heeft de meerderheid het menu nog niet eens open. Door de smartphone duurt bestellen in 2014 bijna twee keer zo lang: gemiddeld 21 minuten voordat er besteld wordt.

Daarna gaat het verder: de helft van de klanten besteedt na het severen van hun gerecht gemiddeld drie minuten aan foto's maken. Een kwart maakt daarna ook foto's van elkaar, wat nog eens vier minuten duurt. Daarna stuurt een deel hun eten terug naar de keuken omdat het koud is geworden. Een groepsfoto door de ober duurt nog eens vijf minuten extra.

50 minuten langer in totaal

Het eten van de maaltijd zelf duurt volgens de restauranthouder door de smartphone twintig minuten langer dan tien jaar terug. En het afrekenen duurt een kwartier langer. Al met al doen klanten in het restaurant er nu vijftig minuten langer over dan in 2004, bijna een verdubbeling van de tijd. En dan lopen we al kijkend op onze telefoon ook nog eens een kwart van de obers omver.

Iedereen speelt met zijn smartphone in de trein. Ja, nou en?