Privacywaakhond: aftapwet AIVD schendt burgerrechten
De Autoriteit Persoonsgegevens stelt dat het voorstel voor de nieuwe aftapwet in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Dat stelt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in een brief (pdf) aan premier Mark Rutte en de ministers van Binnenlandse Zaken, Defensie en Veiligheid en Justitie.Wilbert Tomesen, vicevoorzitter van de AP, is vandaag aanwezig bij een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Daar debatteren experts over de conceptwet waarmee geheime diensten het internet op grote schaal mogen aftappen.
Volgens de AP is de noodzaak van het op grote schaal aftappen onvoldoende onderbouwd, worden de rechten van de mensen niet voldoende beschermd er is er nog geen sprake van daadwerkelijk effectief en onafhankelijk toezicht op de geheime diensten. "Dit wetsvoorstel biedt de diensten nieuwe bevoegdheden die vergaande gevolgen hebben voor de persoonlijke levenssfeer van mensen", schrijft Tomesen. Volgens hem moet het wetsvoorstel aangepast worden om 'disproportionele inbreuken op de persoonlijke levenssfeer' tegen te gaan. Ook moet het toezicht op de geheime diensten worden versterkt.
Steeds meer kritiek
Tomesen voegt zich met deze uitspraken bij de steeds groter wordende groep critici, die onder andere bestaat uit de Raad van State, de Nederlandse rechters en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD), die toezicht houdt op de geheime diensten.
Wat houdt de aftapwet in?
De geheime dienst mag het internet al aftappen, maar alleen door één tap per apparaat te plaatsen. Met de nieuwe wet wordt het mogelijk om grote hoeveelheden data in één keer te onderscheppen. De AIVD zegt dat terroristen nu onder de radar blijven omdat de geheime dienst op het internet te weinig bevoegdheden heeft om mensen af te luisteren.
Het gaat aanvankelijk om het verzamelen van metadata, zoals met wie je communiceert, waar je bent en welke sites je bezoekt. Metadata geven een gedetailleerd beeld van iemands leven. Als er iets opvallends wordt gezien, kan de AIVD besluiten om nader onderzoek te doen.