Dutch Interface Design in Silicon Valley

Dutch Interface Design in Silicon Valley

22 oktober 2012 om 10:33
Laatste update: 28 april 2018 om 15:36

Nederlandse toptalenten aan het designroer bij Adobe, Apple en Facebook.

Interface design is de kunst om software gebruiksvriendelijk en aantrekkelijk te maken. Een kunst die Nederlanders op het lijf is geschreven, getuige de toptalenten die in digitaal epicentrum Silicon Valley werkzaam zijn bij grote spelers als Apple, Adobe en Facebook. Adam Eeuwens, woonachtig in Los Angeles en co-auteur van het boek False Flat, Why Dutch Design is So Good, vroeg ze naar ons geheim.

Ontwerper Max Kisman, digitaal grafisch pionier van het eerste uur, rond 1996 een periode werkzaam bij Wired, HotWired en WiredTV in San Francisco, legde mij eens het fundamentele verschil uit tussen de aanpak van een Nederlandse en Amerikaanse ontwerper. Als volk zijn de Nederlanders al menig eeuw bezig te ontwerpen voor de kleine ruimte; binnen de bedstee, het rijtjeshuis, de stadsmuren, de dijken, de grenzen. De ontwerper groeit op in een dichtbevolkt land waar het tweede natuur is ruimte te moeten delen. De ontwerper is gewend aan gelimiteerde middelen, en vindt juist in die beperkingen de vrijheid om niet alleen de simpele oplossing te destilleren, maar ook talloze nieuwe mogelijkheden aan te boren.

Dit begrip en vermogen staat linea recta tegenover de eindeloze horizon van onbe- perkte ruimte in het Amerikaanse denken. In hun ontwerpen maken zij geen keuzes maar proppen laag op laag, functie op functie. Historisch, geografisch en sociaal maatschappelijk gezien is de redelijke conclusie te trekken dat Nederlanders beter zijn uitgerust om slimmere uitkomsten te ontwerpen voor onze kleine planeet in het antropogene tijdperk, dan de voortdurend verder uitdijende Amerikaan, die verloren in te grote schaal maar niet kan accepteren dat het lot voor hen niet langer een uitzondering maakt.

Met digitale middelen geeft interfacedesign vorm aan ons dagelijkse leven van werk, spel en plezier. Het is een discipline die dicteert dat de menselijke ervaring centraal moet staan in hoe de mens met de machine leeft. Dit is een proces altijd voor verbetering vatbaar, een zegen voor de volgende generatie, want er blijft werk aan de winkel. Onze evolutie tot mensdom nam een grote stap voorwaarts toen onze voorgangers besloten de bomen te verlaten en op de achterste twee benen te gaan staan. Tot die tijd toe waren onze armen alleen in gebruik als gereedschap om in de boomtakken voort te kunnen bewegen of om op vier poten een prooi achterna te rennen. Daarna brak een slordige miljoen jaar van innovatie aan voor de mensheid. Vingers gingen met vuur spelen, handen begonnen op muren van grotten te tekenen en armen maakten gereedschap.

Volgens Remon Tijssen, lead designer in de Experience Design Group bij Adobe in San Francisco – een volbloed nuchtere Nederlander – staat de wereld van interfacedesign (eigenlijk het design van de hele wereld om ons heen) op de drempel van een doorbraak vergelijkbaar met het moment waarop de eerste man en vrouw hun rug rechtten en zich oprichtten om voor het eerst hun blik tot over de horizon te werpen.

Inertial scrolling
Deze revolutie wordt even onderbroken voor wat meer achtergrond over wat hier op het spel staat. Op pagina 363 van de biografie Steve Jobs schrijft Walter Isaacson over een ontmoeting van Jobs in 1998 met een grafisch ontwerper, die hem - vers van de academie - een email had gestuurd met het verzoek voor een sollicitatiegesprek. Apple zocht net vers bloed om de grafische inter- face te ontwerpen van hun nieuwe besturingssysteem OS X. Het gesprek liep niet goed want de knul was te nerveus. Later op de dag kwam Steve Jobs de ongeman tegen in de lobby, die terwijl hij zwaar terneergeslagen leek de geest nog niet had opgegeven. Hij vroeg Jobs alsjeblieft even nog naar zijn ideeën te kijken. In een demo draaiend op Macromedia Director zag Jobs te midden van de aloude WIMP- interface (‘Windows, Icons, Menus and a Pointer’) een menubalk met samengepropte programma icoontjes. Wanneer de cursor daaroverheen bewoog bolde de iconen als ballonnen op, een even simpel als effectief gebaar. Ter plekke kreeg de man een baan. De naam van de ontwerper was Bas Ording, een jonge Nederlander, vers afgestudeerd aan Kunst, Media en Technologie van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.

Veertien jaar later is Bas Ording nog altijd User Interface Designer bij Apple, en blijkt hij een integraal onderdeel van het succes van het thans meest waardevolle bedrijf ter wereld. We kunnen het hem niet vragen, want net als elke Apple-medewerker ziet hij zichzelf als persoon ondergeschikt aan het genie van Apple als een groter geheel, wat tot voor kort werd verpersoonlijkt door de figuur van Jobs. Het is eenzelfde gedachte- gang als de middeleeuwse monnik die zijn werk niet signeert maar opdraagt aan goddelijke inspiratie, alles in dienst van de missie en visie van de Heer. Op interviewverzoeken van Bright reageert Ording al zeven jaar niet, dus nu ook niet.

Deze wens tot anonimiteit rekt niet tot het intellectuele bezit. De naam Bas Ording staat op het zogeheten ‘rubber band’ patent ‘381, waarmee zijn werkgever een cruciale rechtszaak tegen Samsung heeft gewonnen. Wegens het klakkeloze kopiëren van het inertial scrolling principe – dat kleine detail waarbij de pagina op het scherm nog even door glijdt en trilt na de veeg van je vin- gertop, een vondst die voor Jobs de reden vormde de iPhone te gaan maken – is de uitvinding en octrooi van deze nederige uit Nederlandse klei getrokken werkmier nu een miljard dollar waard. Als je bedenkt hoe veel mensen hoe vaak dat zwiepende gebaar per dag maken, en dat het mogelijk is daar eigendom op te claimen, dan is dat miljard eerder een fooi vergeleken met de gouden bergen die nieuw ontworpen (en gepatenteerde) interacties van de mens met de machine beloven op te leveren. Een andere Nederlander, Marcel van Os, is tevens User Interface Designer bij Apple, en ook hij grossiert in patentaanvragen rondom speci- fieke vondsten als ‘schermrotatiegebaren op draagbaar multifunctioneel apparaat.’

Skeuomorphology
Elke interactieontwerper die ik spreek, grinnikt om het begrip ‘skeuomorphology.’ Dit is een term welbekend onder de vak- broeders, waarbij een artefact uit de fysieke wereld wordt vertaald naar een visuele metafoor in de virtuele omgeving, een noodzakelijk kwaad om de gebruiker zich vertrouwd te laten voelen in de abstracte wereld van bits en pixels. Zodat wij onze documenten durven bewaren in de folders op het bureaublad in ons scherm waar in de hoek een vuilnisbak staat. Een skeuomorph is in feite het beeld van een idee, een visuali- satie van een concept.

De jonge Nederlandse UX Designer Sebastiaan de With is een nieuw slag ont- werper, woonachtig in San Francisco waar hij Chief Creative Officer is bij doubleTwist, een jong bedrijf dat een mediaplatform ont- wikkelt waar digitaal vermaak als muziek, foto’s, games en films op alle apparaten zijn verenigd. De CV van de 24-jarige De With claimt leiderschap in interaction design teams voor illustere bedrijven als Apple, HP, Intel, en vele andere. Zijn icoon-ontwerptalent komt tot uiting in het door hem ontworpen symbool van Apples iCloud, met z’n grafische klare uitlijn, en daarachter een gepoetste aluminium achtergrond, alsof het de vintageknop van een tachtiger jaren stereo-equalizer betreft. Zoete nostalgie om het grote publiek terug naar de toekomst te verleiden, een bekende tactiek in interactie- design; de skeuomorph.

Het volgende beeld op de Withs portfolio op icondesigner.net stelt trots een iPhone-scherm tentoon, met daarop de adressenboek- en kalenderapplicatie met de beruchte nepleren randen van een ouderwetse bureau-agenda. Het verhaal wil dat de kleur, het motief en naaldsteken een regelrechte kopie zijn van de leren stoelbekleding in Steve Jobs’ privéjet, maar het resultaat is afgekraakt als sentimentele kitsch en een skeuomorphische misdaad van de meest cynische graad. Zo ook De Withs doubleTwist Alarm Clock voor Android, compleet met een elegant ont- worpen ouderwetse klok met wijzers die 360 graden in de rondte gaan, en in de top 20 van best verkochte Apps in de Google Play Store staat.

Vingeroefeningen van een virtuoos, maar qua innovatie is het nieuwe kleren voor de keizer. Waar niks op tegen is. Ondertussen is De With een kleurrijke speler van groeiende naam en faam in de UX wereld, met trouwe volgers van zijn niet aflatende stroom tweets, betogen op diverse blogs en youtube-video’s waar hij twintig minuten lang door videogames dwaalt en zijn acties van lopend commentaar voorziet.

Verrukking
“Als je de wereld gaat veranderen en denkt dat wij kunnen helpen, laat het ons weten.” In 2011 sierde deze oproep de site van SOFA, een onafhankelijk Amsterdams bureau van software-ontwikkelaars en interface- ontwerpers. Facebook meldde zich met het aanbod hun bedrijf op te kopen - niet zoals gebruikelijk om de producten van SOFA over te nemen, maar juist om het talent en hun sensibiliteit voor goed ontwerp voor Facebooks karretje te spannen. Acqui/hired heet dat in Silicon Valley.

Het grootste gedeelte van de werknemers bij Facebook komt net van de universiteit, briljante studenten maar onervaren werkers. Met SOFA haalde het bedrijf bewezen entrepreneurs in huis die in een tijd van bijna constante financiële crisis een solide eigen bedrijf opbouwden met specifieke expertise, tientallen duizenden klanten zijn hen diep dankbaar voor simpele code en goed ontworpen pixels. Tegen het tij in richtten zij hun eigen bedrijf op, bouwden hun eigen producten en distributiesysteem, overtuigd dat hun werk van wereldklasse was. Via internet werd een wereldmarkt aangeboord om deze stelling te bewijzen. Zoals met Checkout, een kassasoftware-applicatie voor de Mac, een bescheiden maar essentiële taak in elke retailonderneming. Na vijf jaar van groei en bloei leek voor SOFA alleen maar een herhaling van zetten in het vooruitzicht, terwijl het steeds moeilijker werd goed personeel te vinden om de groei vast te houden. Het aanbod van Facebook kwam net toen de tijd rijp was voor de volgende stap. Acht van de negen SOFA-medewerkers verhuisden per direct in de zomer van 2011 naar Silicon Valley.

Een jaar verder mag ik op de Facebook Campus op 1 Hacker Way in Menlo Park, Silicon Valley, vier van hen 45 minuten spre- ken onder begeleiding van een pr-persoon. Het zijn de SOFA-oprichters Koen Bok en Jasper Hauser, samen met Jorn van Dijk en Joy-Vincent Niemantsverdriet. We mogen niet praten over de details van de overname, noch over hun projecten, toekomstige producten waar zij aan werken, en - op verzoek van de Nederlanders - spreken wij alleen in het Engels, want ‘ze willen niks verkeerd zeggen.’ Na bewerkstelligd te hebben dat er ook geen goed brood in San Francisco en Bay Area te koop is, alleen lekkere kaas bij Trader Joe’s is te vinden, en dat zij daar niet tegen hun wil worden vastgehouden, wordt snel duidelijk dat zij zich momenteel op geen betere plek in de wereld kunnen bevinden dan bij Facebook.

Het leven in Silicon Valley is als een thuiskomst. Hier maken zij producten voor een publiek van bijna 1 miljard. Zijn zij onder- deel van teams van de slimste ingenieurs, de meest pientere ontwerpers, en worden zijzelf gerespecteerd als het beste talent dat geld kan kopen. Ze leren zo veel. Baas Zuckerberg is diep bij het proces van ontwikkeling betrokken, met soms zelfs ‘talks with Mark in weekly loops.’ Waar zij zich in Nederland voelden afgeschilderd als nerds, begrijpt men hier eindelijk hoe hun passie voor technologie een andere vorm van ontwerp oplevert.

Ongetwijfeld voorzien van een pakketje aandelen als groeidiamanten in hun achterzak, voelen de voormalige Amsterdammers dat zij een bijdrage leveren aan de Facebook- missie om nieuwe sociale middelen te maken waarmee iedere persoon op onze planeet zijn leven kan delen zodat de wereld meer open en verbonden zal zijn. Of er iets specifieks Nederlands is aan hun bijdrage? Hun SOFA-producten onderscheidden zich met hun onzichtbare en self-explanatory interfaces, die je na een keer uitleg voorgoed doorhad. Tussen de koude code probeerden zij momenten van interactie te creëren die simpelweg blij en dankbaar maakten. In de net gelanceerde Facebook Camera App, waar Jorn en Jasper aan werkten, zijn deze principes toegepast. Een pulsatie van de Like-knop bij de foto is dan dat ene moment van verrukking.

Minority report
Terug naar het toekomstvisioen van Remon Tijssen bij Adobe, waar hij sinds 2008 werkt in het Interaction Design Lab en de strategische taak heeft over ontwerpinnovaties na te denken. Hij ontwerpt prototypes van nieuwe applicaties. De helft van z’n werk is toegepast, waarbij het zijn persoonlijke kruistocht is Adobe Creative Suite 6 te verlossen van de nep 3d schaduwrandjes in de menu’s en typografie. Hij heeft een mini- male variant met strakke randen geïntroduceerd, bijgenaamd Dutch Dropshadow. In de andere helft krijgt zijn inner mad scientist de interactieve overhand.

In zijn huidige prototypes breekt hij met de conventie van de visuele interfaces, waarbij wij veroordeeld zijn met onze vingertop- pen platte plaatjes achter glas te manipule- ren. Tijssen introduceert het gebruik van de hele hand in dit proces door gebaren te ontwikkelen - met een ‘pinch inzoom’ hier, een ‘rotate’ daar– waarmee niet alleen professionals maar ook beginners in complexe programma’s de weg zullen weten te vinden. Interfaces waarbij de linkerhand de controle heeft, en de rechterhand de creativiteit doet (met uiteraard de optie dit om te draaien).

Moore’s Law brengt eindelijk het sciencefiction-scenario van Minority Report (2002) met Tom Cruise letterlijk binnen handbereik. De magische klopjacht door driedi- mensionale data door middel van kordate gebaren en intense blikken is in Tijssens prototypes als realiteit niet zo ver weg. Knutselend met 3d motion capture sensoren, werken velen als Tijssen aan manieren waarbij we onze twee handen kunnen gebruiken, zodat wij ons op natuurlijkere wijze kunnen manoeuvreren door onze digitale ecosystemen.

Dat er zich Nederlanders in deze voorhoede van verkenning en innovatie bevinden, klopt bij de rol die onze cultuur al bijdraagt sinds de Gouden 17e eeuw. Destijds waren het de kaartenmakers die een nieuwe wereld van informatie visualiseerden, en daarmee nieuwe gebieden openden voor anderen om te kunnen volgen. Eenzelfde rol vervullen de Nederlandse interfacedesigners in Silicon Valley nu, waarbij zij hun oude traditie op een nieuw terrein voortzetten; een fiere skeuomorph van Why Dutch Design is So Good.

Tekst: Adam Eeuwens. Dit artikel staat in Bright magazine #48. Koop 'm online in onze shop.

Lees meer over:

Deel via