Android en iOS krijgen binnenkort nieuwe functies die je telefoongebruik in kaart brengen en je moeten helpen om te minderen. Hoe werken ze? En hebben deze opties zin?
Hét thema op techgebied in 2018 is hoe we moeten omgaan met de groeiende rol die bedrijven uit Silicon Valley spelen in ons leven. Van nepnieuws op Facebook tot verslaving aan onze telefoons; techbedrijven nemen meer verantwoordelijkheid of proberen dat de komende tijd te doen.
Zo presenteerden Apple en Google deze week nieuwe functies in hun volgende mobiele systemen, iOS 12 en Android P, die gebruikers meer inzicht geven in hun smartphonegebruik. Die opties moeten overmatig gebruik tegengaan.
Overzicht
Zowel iOS als Android brengen straks nauwkeurig in kaart hoe we onze smartphone gebruiken. De dashboards lijken in de voorlopige versies van beide systemen erg op elkaar. Ze laten zien hoeveel uur je je smartphone op een dag gebruikt, opgepakt en ontgrendelt, hoeveel notificaties er binnen zijn gekomen en vooral: aan welke apps je de meeste tijd besteedt.
Aan de hand van die informatie kun je straks conclusies trekken. Je kan limieten voor jezelf instellen om te zorgen dat je minder tijd in bepaalde apps steekt. Bijvoorbeeld: dagelijks 45 minuten Instagram, 1 uur YouTube, 25 minuten Facebook. Dat kan straks op zowel iOS als Android, al verschilt de aanpak van de twee systemen een beetje.
iOS 12 waarschuwt gebruikers als hun tijd er bijna op zit en toont een schermvullende melding als het zover is. Maar wil een gebruiker de app blijven gebruiken, dan hoeft die de melding enkel weg te drukken. De melding blijft dan wel steeds terugkeren, als bij een wekker die op snooze staat. Apps die hun limiet hebben bereikt, krijgen een donkerder gekleurd icoon op het thuisscherm, met een klein zandlopertje voor de titel.
Android P waarschuwt ook dat de tijd bijna op is, maar gooit een app daadwerkelijk op slot. De app is niet meer te gebruiken en het icoontje op het thuisscherm kleurt bij Android de rest van de dag grijs. De blokkade is te omzeilen, maar daarvoor moeten gebruikers wel het dashboard in.
Oudercontrole
Apple geeft volwassen gebruikers de mogelijkheid om apps verder te gebruiken, maar iOS 12 heeft straks ook nog oudercontrole. De gebruikslimieten die ouders hun kinderen opleggen zijn absoluut. Is de limiet bereikt, kunnen kinderen de betreffende app de rest van de dag niet meer gebruiken.
Bij Android is een vergelijkbare functie niet standaard ingebouwd. Met de app Family Link kunnen ouders wel dezelfde strikte limieten opleggen, maar die app is vooralsnog alleen op uitnodiging in de VS te gebruiken.
Niet Storen
Apple en Google pakken ook notificaties aan. iOS 12 groepeert binnenkomende berichten per app, zoals Android dat al jaren doet. Zo worden gebruikers niet overvallen met een hele lijst aan ongelezen berichten. Ook is de Niet Storen-functie van iOS straks niet alleen in te stellen op tijd, maar op bijvoorbeeld locatie. Een speciale slaapversie van de functie zorgt dat gebruikers 's nachts geen notificaties op hun iPhone zien als ze kijken hoe laat het is, zodat de verleiding om te gaan lezen er niet is.
Google maakt de Niet Storen-functie in Android op zijn beurt strenger en laat geen enkel bericht zien. Alle binnenkomende notificaties worden meteen naar het notificatiescherm gestuurd, zelfs als de gebruiker iets op zijn telefoon aan het doen is. Dat maakt het makkelijk om geconcentreerd bijvoorbeeld een boek te lezen. Om het 's avonds makkelijker te maken de smartphone weg te leggen, krijgt Android P de functie 'Wind Down'. Dan wordt het scherm 's avonds steeds kleurlozer, tot het zwartwit is en volgens Google minder uitnodigend.
Heeft het zin?
Hoewel volwassenen in eerste instantie zullen schrikken van de confrontatie met hun eigen smartphonegebruik, zal die schok uiteindelijk ook weer afnemen. Dat denkt Jan Derksen, hoogleraar Klinische Psychologie van de Radboud Universiteit. "Een deel van de mensen zal hun gedrag aanpassen, maar voor de grote massa zal de schok verstommen zoals de plaatjes op pakjes sigaretten", aldus Derksen.
Toch kunnen de opties voor volwassenen een waardevolle toevoeging zijn, denkt de hoogleraar. "Het is geen ultieme oplossing, maar het is goed dat deze technologiebedrijven er nu iets aan doen, zij het onder druk van de media. Ik zou mensen aanraden in ieder geval te proberen om hun eigen gebruik aan te passen."
Dat denkt ook GGZ Momentum-therapeut Herm Kisjes, gespecialiseerd in internetverslaving en gameverslaving. "Zulke functies kunnen helpen als stok achter de deur. Cijfers over het eigen gebruik kunnen zorgen voor bewustwording, maar verandering moet wel vanuit de persoon zelf komen", aldus Kisjes.
Sociale norm
De therapeut raadt aan de lat niet te hoog te leggen en verwijst naar het goede voornemen. "Dan zie je mensen kortstondig een drastische aanpak nemen, om daarna weer te vervallen in oude patronen. Beter zou zijn om een bewuste aanleiding te nemen: het willen verminderen van stressvolle momenten. Het is een positieve ontwikkeling dat bedrijven daar hulpmiddelen voor geven, maar het beperken van allerlei apps op zich blijft ook weer gerommel in de marge."
Psycholoog Bjarne Timonen van verslavingskliniek RoderSana denkt dat de gemiddelde, niet-verslaafde gebruiker baat kan hebben bij de nieuwe functies. "Mensen die lijden aan klinische verslaving, zullen altijd wel een manier vinden om bijvoorbeeld bij sociale media te komen", aldus Timonen. Volgens de psycholoog is het toevoegen van deze opties ook een teken aan de wand. "Dat moet wel inhouden dat er een groter probleem is. Uiteindelijk moet het bewust gebruik van technologie ook meer gaan gelden als sociale norm, waar mensen elkaar op aanspreken. Dit is een beetje zoals bij drankreclames: geniet maar drink met mate."
En voor kinderen?
Ouders die het smartphonegebruik van hun kinderen willen inperken, moeten daar volgens de experts zo vroeg mogelijk mee beginnen. "Tot een bepaalde leeftijd moet je dat gebruik limiteren, om kinderen daarna stapje voor stapje verantwoordelijkheden te geven", zegt Kisjes. "Van kinderen mogen we niet verwachten dat ze met een apparaat als een smartphone zelf alleen verstandige keuzes maken. Je geeft een kind ook niet elke dag pizza en cola, maar kiest daar een moment voor. Dat zelfde zouden ouders ook met technologie moeten doen, want internet heeft in tegenstelling tot andere verslavende middelen ook een goede kant."
Hoogleraar Derksen gaat nog een stap verder, en zegt dat de maatregelen van de fabrikanten voor oudere kinderen juist averechts kunnen werken. "Vanaf een jaar of 12 trekken kinderen zich meer aan van leeftijdsgenoten dan van ouders. Als je dan als ouder limieten gaat opleggen, levert dat alleen maar narigheid op. Kinderen zullen manieren vinden om deze beperkingen te omzeilen, en zo zijn die functies doekjes voor het bloeden."
'Voor 5e jaar mee beginnen'
Volgens Derksen moeten ouders het gebruik van technologie onderdeel maken van hun opvoeding en daar al voor het vijfde jaar van het kind mee beginnen. "Er moeten gesprekken ontstaan over schermgebruik, net zoals bij andere delen van de opvoeding, zoals uitgaan en aan tafel eten. Dan groeien kinderen er mee op, en zijn de afspraken over schermgebruik onderdeel van de gezinscultuur. Zo krijgt mobiele apparatuur een positieve plaats in het gezin en worden de negatieve kanten vermeden."
Voor ouders die zo vroeg beginnen, zouden de functies volgens Derksen wel een hulpmiddel kunnen zijn. Maar ook dan geldt: er is meer nodig, zoals beperkingen met tijd en plaatsgebonden gebruik van schermen. Dus niet in de keuken en de slaapkamer, maar alleen in de woonkamer en studeerkamer.