De kunstmatige intelligentie die Google ontwikkelt, mag niet worden gebruikt voor wapens of andere technologieën die erop gericht zijn mensen te verwonden.
Ook mag de AI van Google niet worden ingezet voor technologieën die schade kunnen berokkenen. Als de kans op schade wel bestaat, moeten de voordelen van die AI daar ruimschoots tegenop wegen. Dat schrijft Google-ceo Sundar Pichai in een overzicht met principes die het bedrijf wil hanteren bij de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie.
Ophef onder Google-personeel
De publicatie van de AI-principes komt nadat er eerder - ook intern - ophef was ontstaan over de levering van kunstmatige intelligentie aan het Amerikaanse ministerie van Defensie. Amerikaanse militairen gebruiken algoritmes van Google om de precisie van drone-aanvallen te verbeteren.
De samenwerking leidde er onder meer toe dat enkele Google-medewerkers besloten op te stappen. Ook kwam er een petitie waarin Google werd opgeroepen de samenwerking met het Pentagon te beëindigen. Het internetbedrijf heeft inmiddels besloten het contract met Defensie volgend jaar niet te verlengen.
Privacywaarborgen
Behalve over de toepassing van AI in wapens gaat Pichai in zijn richtlijnen ook in op andere onderwerpen zoals privacy, mensenrechten en verantwoordelijkheid. Zo wil Google alleen AI-systemen ontwerpen die de mogelijkheid bieden om feedback te geven. "Onze AI-technologieën moeten worden onderworpen aan menselijke bediening en controle."
Ook zal Google volgens Pichai bij het ontwerpen van kunstmatige intelligentie privacywaarborgen inbouwen. Als het aan de Google-topman ligt zal de AI van het bedrijf dan ook niet worden ingezet voor het in de gaten houden van mensen op een manier die strijdig is met "internationaal geaccepteerde normen".
Hoewel de nieuwe regels samenwerking met het Amerikaanse ministerie van Defensie op het gebied van kunstmatige intelligentie onmogelijk maken, blijft Google wel op andere gebieden samenwerken met het Pentagon, meldt The Verge.
Kijk ook: Google Assistant belt zelf met de kapper, mag dat?