Europees Parlement wil consument 'recht op reparatie' geven
Het Europees Parlement heeft een resolutie aangenomen die de opmaat is naar een wettelijk recht op reparatie van apparaten. Bedrijven kunnen worden gedwongen om het makkelijker te maken om elektronica te repareren.
Het recht op reparatie zorgt voor meer duurzaamheid, stelt het Europees Parlement. Het recht moet het hergebruik en de reparatie van elektronica aanmoedigen. Dat wil het Parlement bereiken door reparaties 'aantrekkelijker, systematischer en betaalbaarder' te maken en door garantieperiodes te verlengen.
Dat kan volgens het parlement onder meer door fabrikanten te verplichten bij de verkoop van hun elektronica een levensduur te vermelden. Sommige fabrikanten doen dat al op softwaregebied, en beloven bijvoorbeeld drie jaar aan beveiligingsupdates vanaf het moment dat een telefoon op de markt kwam.
Garantie op repareerbaarheid
Het parlement pleit ook voor garantie op repareerbaarheid buiten de fabrikant om, door de consument zelf of een onafhankelijke reparateur. Daarbij moeten reserveonderdelen beschikbaar zijn, ook met eigen garantie, en moeten fabrikaten informatie delen over hoe hun apparatuur gerepareerd moet worden.
Veel smartphones zijn nu moeilijk en kostbaar om te repareren, bijvoorbeeld omdat onderdelen aan elkaar zijn gelijmd. Breekt een scherm, dan moeten consumenten ook een nieuwe selfiecamera kopen. Hergebruik en recycling van producten moet ook extra worden aangemoedigd, vindt het parlement.
Er stemden 395 parlementsleden voor de resolutie, 94 tegen en 207 leden onthielden zich van een stem. De beurt is nu aan de Europese Commissie, dat van de wensen van het parlement wetgeving moet maken. Dat moet deel uitmaken van het veel bredere pakket initiatieven van de Europese Green Deal, dat Europa veel klimaatvriendelijker moet maken.