Next Level mist verdieping
Games kunnen een kunstplatform zijn maar de oogst op Next Level in het Stedelijk is nogal mager.
<font size="1">Brody Condon, The Need For Speed</font>
Het begin van de tentoonstelling 'Next Level. Art, Games & Reality' was nog hoopgevend. Brody Condon, een jonge Amerikaans-Mexicaanse kunstenaar die in al zijn werken direct en indirect games gebruikt, heeft met wit geschilderde takken een racewagen gebouwd refererend aan het spel The Need for Speed. In dezelfde ruimte zijn twee van zijn digitale animaties te zien die Condon maakte met de 3D-engine van het schietspel Unreal. Vooral de zwevende Elvissen zijn prachtig. Elvis in de digitale hemel.
<font size="1">Brody Condon, Karma Physics</font>
Daarna nog een werk van Condon, Suicide Solution, waarbij gamepersonages op allerlei mogelijke manieren zelfmoord plegen. Door in een afgrond te springen, zichzelf onder een auto te werpen, bovenop een handgranaat te duiken of met een vliegtuigje tegen een toren te knallen. Ik zag het werk al eens tijdens de Open Ateliers 2004 van de Rijksakademie, maar het behoudt zijn kracht. Je begint er lacherig naar te kijken, maar op een gegeven moment bekruipt je toch iets naargeestigs, iets triest. Ook in games zijn zelfmoorden niet de bedoeling.
<font size="1">Brody Condon, Suicide Solution</font>
Prima begin van de tentoonstelling maar alles wat erna komt valt steeds meer tegen. Nederlander Joes Koppers maakte een interactieve installatie waarbij de museumbezoekers worden gefilmd en anderen door een hand op het scherm te houden hun hoofd eraf kunnen knallen. Iedereen wil even proberen of het werkt en ja het werkt. Maar het is toch vooral meer iets om bij te lachen in plaats van dat het 'aantoont dat de grenzen steeds meer vervagen aangezien games steeds meer deel uit gaan maken van onze maatschappij', zoals het museum schrijft.
<font size="1">Installatie van Joes Koppers. Hier wordt het hoofd van uw Bright-reporter afgeschoten.</font>
De rest van de ruimte is gevuld met beelden uit games. Mooi, maar screendumps kan ik zelf ook maken. De beelden zijn opgenomen door de Gamekings, makers van een gamesprogramma op TMF en MTV, die ook mee mochten doen aan de tentoonstelling. Een opmerkelijke keuze van het Stedelijk, omdat de Gamekings geen kunstenaars zijn. En ze maken ook geen kunst door opnames uit spellen te monteren. Mij wist het in ieder geval niet te raken. Zo stonden er drie displays met Japanse games. Leuk en aardig, maar wat doet dat in het Stedelijk? Er mist toch iets.
<font size="1">Gamekings tonen GTA San Andreas.</font>
En dan is de tentoonstelling opeens wel erg snel afgelopen en blijft de bezoeker toch ietwat beteuterd achter. Het begon allemaal zo veelbelovend met Brody Condon. Condon voegt een dimensie toe aan de games, door iets te programmeren of door iets ongebruikelijks te doen in het spel. Voor hem is de techniek slechts een platform om kunst te maken, terwijl ik bij veel van de andere werken het idee had dat de makers dachten dat de spellen zelf al kunst waren en je ze alleen maar hoeft te monteren. Dee expositie lijkt allemaal wat snel in elkaar gezet. De curator moet gedacht hebben: Laten we iets met computergames gaan doen, dan trekken we veel jonge mensen het museum in. Gewoon wat van die gamejongens vragen om iets te laten zien, voor de meeste andere bezoekers is het toch nieuw.
<font size="1">De zogeheten Game Lounge in het Stedelijk.</font>
Jammer dat er geen andere werken van bekende computerkunstenaars die iets met spellen doen tussen hingen. Talent genoeg, ook in Nederland, denk aan Jodi. Wat dat betreft doet het Amsterdamse Sonic Acts-festival het beter. Daar was bijvoorbeeld de Spaanse kunstenaar Joan Leandre, die zijn hacks van een racespel en een flightsimulator liet zien. Hij veranderde zelf dingen aan de programmacode van bestaande spellen waardoor de game ineens compleet anders functioneerde. Zo legde hij het bevreemdende eigen wereldje van games bloot.
Dat soort kunstwerken had ook in deze tentoonstelling in het Stedelijk moeten staan. Next Level mist eigenlijk dat level, terwijl er in Nederland plaatsen zijn waar het wel kan. Bij Mediamatic, in hetzelfde gebouw, zijn bijvoorbeeld regelmatig installaties en performances rond computerkunst en digitaal ontwerpen die wel ergens over gaan.
<font size="1">Kids worden het museum ingejaagd om daar vervolgens gewoon verder te gamen.</font>
Kortom: Game over. Next Level is leuk, maar is op zichzelf niet de moeite van de reis naar het Post CS-gebouw waard. Dat geldt trouwens wel voor de films van de Iraanse Shirin Neshat, die er ook te zien zijn (nog tot 17 april). Of je kan altijd nog even met een XBox 360 spelen in de door het Stedelijk speciaal ingerichte Game Lounge.