Consument mag vanaf nu eigen modem kiezen: zo zit het
Consumenten in Nederland mogen vanaf vandaag zelf hun modem kiezen. Dat biedt meer opties, maar vergt wel technische kennis. Waarom zou je een eigen modem aansluiten? En wat zijn de keuzes?
Na jarenlange vertraging is het vandaag zover: consumenten mogen voortaan hun eigen internetmodem kiezen. Al in 2018 besliste de toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) dat providers de keuze aan consumenten moesten laten, een eis die al langer in Europese wetgeving is vastgelegd. Verzet van providers zorgde voor vertraging, maar in juli 2021 was de kogel door de kerk en kregen providers een half jaar om zich voor te bereiden.
De regel van de ACM is simpel: de vrije keuze van de gebruiker begint op het punt waar de internetkabel van de provider het huis binnenkomt. Vooral Ziggo heeft dat punt jarenlang iets verder proberen te leggen, tot na het Ziggo-modem. Toch moet ook Ziggo nu overstag en ontstaat een situatie die lijkt op die van mobiele telefoons. Ook daar kan de consument immers zelf de apparatuur uitkiezen, en levert de provider enkel de netwerkverbinding.
Wat heb je aan een eigen modem?
Sommige gebruikers hebben bepaalde eisen: meer fysieke netwerkpoorten of een modem met ingebouwde wifi-router met de nieuwste technieken bijvoorbeeld. Of een modem dat zwaarder belast kan worden dan het modem van de provider. Gebruikers die zelf websites hosten of op hoog niveau gamen, willen wellicht apparatuur met een zeer hoge betrouwbaarheid.
De vrije modemkeuze zorgt volgens de ACM voor meer 'concurrentie en de innovatie'. Ook zou het bijdragen aan 'lagere overstapdrempels', omdat consumenten bij het wisselen van aanbieder hun eigen modem kunnen meenemen naar hun nieuwe provider.
Niet aantrekkelijk voor de meeste gebruikers
Voor de meeste gebruikers zal het meegeleverde modem van de provider volstaan. In onder meer Duitsland mogen consumenten al langer een eigen modem kiezen: in de praktijk doet zo'n 1 tot 2 procent van de consumenten dat.
Een mooie tussenweg is de bridge-modus. Veel huidige modems van providers hebben ook een ingebouwde wifi-router. Wie snellere wifi wil, wifi in het hele huis via een mesh-systeem, of meer netwerkpoorten, kan een eigen router aanschaffen. Het modem moet dan in de bridge-modus worden gezet. Dan werkt het modem als een doorgeefluik, van de verbinding aan de muur of in de meterkast naar de router. Bij de meeste providers is even bellen met de klantenservice nodig om de bridge-modus in te schakelen.
Het kiezen van een eigen modem heeft dan ook nadelen. Er is technische kennis nodig voor het aansluiten en instellen van het modem. Ook is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor het up-to-date houden van het eigen modem. Niet elk modem is geschikt voor alle soorten internet: kabel, dsl en verschillende soorten glasvezel vereisen verschillende soorten modems. Er gaat dus wat uitzoekwerk aan vooraf, en bij overstap naar een ander soort internet is het modem van de gebruiker mogelijk niet meer geschikt.
Bovendien is de aankoop van een eigen modem voor de rekening van de consument, terwijl een modem van de provider in bruikleen is zolang het abonnement loopt.
Zelf kiezen, toch een modem van de provider
Ondanks de nieuwe regels leveren de meeste Nederlandse providers toch een modem mee aan klanten. In geval van storingen wordt dan gevraagd om het modem van de provider aan te sluiten. Zo kan de provider bepalen bij wie de oorzaak ligt. Wie een eigen modem gebruikt, draagt zo iets meer verantwoordelijkheid.
Dit zijn de eisen per provider:
KPN biedt zijn klanten al sinds 2020 de mogelijkheid om een eigen modem aan te sluiten. KPN heeft een pagina waarop gebruikers stapsgewijs worden geleid naar de modem-eisen die passen bij hun internetverbinding. KPN biedt namelijk internet aan via een verschillend aantal standaarden.
Ziggo heeft inmiddels ook zo'n pagina. Ziggo biedt enkel kabelinternet via de zogenoemde Docsis 3.1-specificatie. Nog niet alle Ziggo-klanten kunnen al kiezen voor een eigen modem: met een postcodecheck kunnen klanten zien of zij al kunnen overstappen naar een eigen modem.
Ook T-Mobile heeft een pagina met specificaties, voor zowel DSL-modems als voor glasvezelmodems. Volgens T-Mobile hebben sommige modems een profiel voorgeïnstalleerd voor aansluitingen van T-Mobile, bij andere modems moeten gebruikers handmatig de juiste instellingen invoeren.
Glasvezelprovider Tweak heeft tevens een hulppagina voor het instellen van eigen apparatuur zoals modems.
De providers Delta en Caiway hebben nog geen pagina's met informatie en werken nog aan de implementatie van de nieuwe regels.
Het aanbod modems is nog beperkt
Stel je besluit een eigen modem aan te schaffen, waar kan je dan uit kiezen? Vooral het bedrijf AVM, bekend van de FRITZ!Box-modems, heeft een aanbod met modems die voor de meeste Nederlandse verbindingen geschikt zijn.
Zo heeft het bedrijf de FRITZ!Box 6591 Cable, de FRITZ!Box 6660 Cable en FRITZ!Box 6690 Cable, alledrie met ingebouwde wifi en alledrie met Docsis 3.1, dus geschikt voor Ziggo. Hoe hoger het typenummer, hoe hoger de ondersteunde snelheden, zowel bedraad als draadloos. Voor glasvezel van onder meer KPN en T-Mobile heeft AVN de FRITZ!Box 5530 Fiber, voor DSL de FRITZ!Box 7530.
Netgear heeft nog geen modems beschikbaar voor de Nederlandse markt. TP-Link heeft geen plannen voor kabelmodems. Voor glasvezel heeft het bedrijf de goedkope Media Converter MC220L, een apparaat van rond de 20 euro dat als glasvezelmodem kan dienen: gebruikers hebben dan nog wel een eigen router nodig.
Het aanbod modems zal waarschijnlijk groeien als alle providers hun specificaties hebben gemeld en hun netwerk daadwerkelijk hebben opengesteld voor eigen modems van klanten.