Bright-autotester Rutger rijdt een maand in de BMW i4. Jarenlang beloofde BMW ons 'Freude am fahren'. Wordt dat in het elektrische tijdperk ook nog waargemaakt?
Rutger Middendorp test auto's in de Bright Duurtest. Volg ook ons YouTubekanaal.
Ik had een wonderlijke ervaring met de BMW i4. Ik stapte uit de Mustang Mach E GT waarin ik vier weken had gereden en stapte in de i4. Ik reed drie meter achteruit en was verkocht. Iets klopte. Of alles klopte. Ik weet niet precies wat het is. Ik weet ook dat het weinig wetenschappelijk is wat ik dacht mee te maken. Want als je na een Fiat Panda uit '84 in een Tesla stapt voelt die futuristischer, dan wanneer je net uit de Space Shuttle gestapt ben. Denk ik althans, ik heb zelf slechts één van de twee meegemaakt.
Nu wil ik niet suggereren dat de Ford Mustang Mach E GT me doet denken aan een Fiat Panda. Op papier zou je denken dat de GT en de i4 behoorlijk aan elkaar gewaagd zijn. Beide hebben ze meer pk dan je nodig hebt en suggereren ze sportief te zijn. Maar de i4 is een heel ander beest.
Dat begint bij de zithouding. Pas als je in de i4 gaat zitten valt op hoe hoog en rechtop je eigenlijk zit in de Mach E. De afwerking waar BMW om bekend staat is ook van een hoog niveau, maar wordt een beetje teniet gedaan door de drukke styling. Veel verschillende kleuren, materialen en oppervlakken.
Maar achter het stuur. Man. Het zijn alle hele kleine dingen bij elkaar. Het gevoel dat het pedaal geeft, de reactiesnelheid van de elektrische motor, het gewicht in het stuur, de head-up display op precies de juiste plek. Je voelt dat de auto onder geen enkele omstandigheid grip wil verliezen en gretig een bocht om wil. Het is onmogelijk om langzaam te gaan in de i4 en het is onmogelijk om er niet met een grijns uit te stappen. De i4 is bijzonder ongeschikt om mee naar een begrafenis te gaan. Ik heb je gewaarschuwd.
Deze auto voelt als een apotheose van ontwikkeling in bijna perfecte staat. En dat is raar, want dat is de i4 zeker niet. BMW bouwde de futuristische i3 van carbon en hoopte daarmee de elektrische revolutie in het eigen bedrijf te kickstarten. Maar er kwam niets achteraan. Pas toen BMW links en rechts ingehaald werd door de Tesla’s, Jaguars en Kia’s van deze wereld moesten er in alle haast nieuwe elektrische modellen opgetuigd worden.
De iX3 is - als gevolg - een omgebouwde benzinewagen en deze i4 ook. Die lange neus is volstrekt overbodig voor een elektrisch aangedreven auto en er ligt nog een flink obstakel op de vloer voor de achterbank als relikwie van een benzineverleden.
Dat de i4 zo magnifiek rijdt en zo afgemaakt voelt is dus een hele dikke verdienste van de Duitse autobouwer. Volgende week meer.
Rutger Middendorp test auto's in de Bright Duurtest. Volg ook ons YouTubekanaal.