OpenAI beschuldigt The New York Times: jullie hackten ChatGPT
De Amerikaanse krant The New York Times zou de AI-software van ChatGPT hebben 'gehackt', om de AI zo te overtuigen om auteursrecht te schenden. Dat beweert OpenAI, de maker van ChatGPT.
De beschuldiging staat in een officiële reactie van OpenAI in een aanklacht gemaakt door The New York Times. De krant stapte recent naar de rechter omdat de AI hun auteursrecht zou schenden. De AI zou zijn getraind door zonder toestemming hun artikelen te hebben verwerkt.
The New York Times toonde dat aan door de AI te vragen een artikel van de krant af te maken. Vervolgens schotelde ChatGPT een tekst voor die 'leek op die uit het originele artikel, maar niet identiek was', leest de aanklacht. Dit zou aantonen dat de AI toegang had tot de originele artikelen, zonder dat daar toestemming voor was gegeven.
New York Times deelde geen details
Het is onduidelijk waar OpenAI zijn reactie nu op baseert: The New York Times benadrukt in de aanklacht niet te hebben prijsgegeven wat voor vragen exact aan de AI zijn gesteld. OpenAI zou kunnen terugzoeken in zijn eigen data wat er zoal is gevraagd, al moeten ze dan weten vanaf welk account dat precies is gedaan.
Zelfs als de krant misleidende vragen aan de AI heeft gesteld, kun je afvragen of het daarbij om 'hacken' gaat - die term gebruik je immers voornamelijk als je bijvoorbeeld op een server inbreekt. Daarnaast kun je afvragen of het gebruik van misleidende vragen het AI-bedrijf vrijpleit. Het lijkt hoe dan ook aan te tonen dat de AI toegang had tot artikelen die hij niet zomaar had mogen lezen.
Lees meer over ChatGPT en abonneer op onze nieuwsbrief.