©Unsplash
Nederlandse overheid wil fietsen in het buitenland beter maken
Nederland is een fietsland en daar kunnen sommige andere landen nog van leren. Reden voor de overheid om 500.000 euro te investeren in het Global Facility to Decarbonize Transport-fonds van de Wereldbank.
Zoals de naam van het fonds al doet vermoeden gaat het er niet zozeer om dat dagjesmensen meer fietspaden tot hun beschikking hebben. Het is een manier om ook in het buitenland fietsen op de kaart te zetten met als doel om CO2-uitstoot te verminderen. Daarnaast is het ook bedoeld om verkeersopstoppingen te bestrijden. Het fonds richt zich bovendien niet alleen op fietsen, ook wandelen behoort tot de stimuleringsdoelen.
Nederlands fietsexpertise
Tijdens de klimaattop COP29 in Azerbeidzjan werd deze investering bekendgemaakt. Hoewel het vooral draait om het buitenland, kunnen Nederlandse bedrijven hier ook de vruchten van plukken: in het buitenland zijn ook veel Nederlandse fietsen te zien. De overheid schrijft: “De bijdrage van Nederland aan het GFDT-fonds van de Wereldbank wordt ingezet op advisering door Nederlandse experts over fiets- en loopprojecten. Daarmee wordt het fietsen en lopen veiliger en aantrekkelijker gemaakt, wat uiteindelijk tot een toegankelijke en prettige leefomgeving leidt en een positieve impact heeft op de gezondheid en kwaliteit van leven.
Waar we als land bekendstaan om het expertise op het gebied van waterbeheer, daar hebben we als het om fietsen gaat ook zo’n expertrol. Staatssecretaris Jansen: “Elders investeren in fietsen werpt ook in Nederland zijn vruchten af: als fietsland bij uitstek zijn we een grote exporteur van producten en diensten rondom de fiets. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de export van fietsen maar ook adviezen van Nederlandse consultants over fietsvriendelijke infrastructuur. Een win-winsituatie dus.”
Netwerk van fietsroutes
Dit is niet het enige initiatief waarmee Nederland zich als fietsexpert op de kaart zet. Samen met België en Luxemburg zijn we bezig om in 10 jaar tijd 10.000 fietsexperts op te leiden. Dat is vorig jaar gestart en er zijn al 400 experts opgeleid. Die experts kijken vervolgens met lokale organisaties hoe het fietsen veiliger en aantrekkelijker kan worden in die regio. Dat kan met het ontwerpen van een netwerk van fietsroutes of zorgen dat kruispunten veiliger zijn voor fietsers.