'Kunstmatige intelligentie creëert nieuwe banen'
Moeten we bang zijn dat we door de opkomst van AI straks allemaal werkloos thuiszitten? Volgens The Economist ontstaat er juist allerlei nieuw werk.
Omdat veel sectoren kunstmatige intelligentie omarmen, ontstaat er vraag naar nieuwe medewerkers. En dat zijn lang niet alleen maar knappe koppen die op de AI-afdelingen van tech-giganten als Facebook en Google werken aan nieuwe toepassingen voor kunstmatige intelligentie, stelt The Economist.
Als voorbeeld noemt het Britse weekblad zelfrijdende auto’s. Om autonome auto’s te leren om verkeersborden en voetgangers te herkennen, moeten de algoritmes van dergelijke voertuigen worden gevoerd met video’s van verkeersborden en voetgangers. Die beelden moeten eerst handmatig worden getagd: een mens van vlees en bloed moet de verkeersborden en voetgangers stuk voor stuk aanwijzen. Een klusje waar duizenden werknemers voor nodig zijn.
Een algoritme voor een zelfrijdende auto is bovendien nooit helemaal ‘af’: als het eenmaal wordt ingezet, zijn er opnieuw mensen nodig om regelmatig te controleren of de AI goed werkt en om het systeem nieuwe feedback te geven.
Geestdodend
Daar komt bij dat we steeds slimmere AI-diensten verwachten. Waren we nog niet zolang geleden behoorlijk onder de indruk van Siri, Alexa en Cortana, inmiddels willen we meer. Zoals beter begrip van wat we zeggen. Of gewoon antwoord op een vraag die iets complexer is dan een verzoek om de weersverwachting. Om de AI te trainen om aan die wensen te voldoen, blijven mensen nodig.
Er blijft dus echt wel werk, probeert The Economist ons gerust te stellen. Al is die arbeid misschien af en toe net zo geestdodend als het werk aan de lopende band bij de start van de industriële revolutie.