Duurtest: Opel Ampera (week 2)
De eerste week met de Ampera zit er op, het wikken en wegen kan beginnen.
Allereerst moet ik excuses maken. Het laadsnoer van de Ampera is geen drie meter, zoals ik vorige week beweerde, maar zes meter. Daarmee kan ik van het stopcontact in mijn kamer bij het raam omhoog, door het klapraam, weer bij het raam naar beneden en heb ik nog twee meter over. Het minpunt dat ik er geen verlengsnoer tussen kan hebben blijft nog steeds van kracht. Daardoor kan ik 's nachts de auto niet opladen zonder een raam open te laten staan. Zelfs in het vredige Winsum durf ik dat niet aan. De Nissan Leaf heb ik drie maanden zonder problemen met een verlengsnoer vanuit het fietsenschuurtje opgeladen. Dat lijkt een klein ongemak, maar met een Ampera wil je zo min mogelijk bij het tankstation zijn en zo makkelijk mogelijk elektriciteit tappen. Als je zelf een Ampera in de lease neemt of koopt, zul je een oplaadpunt maken op je parkeerplek, maar bij familie die 40 kilometer verderop woont is het maar afwachten of je zo makkelijk in kan pluggen.
Als we toch aan het zeuren zijn: de hoofdruimte achterin is voor een volwassene minimaal. Als je tegen de 1m80 bent, dan zit je met je hoofd onder het raam van de achterklep en de dakbekleding voor je voorhoofd. Met vier volwassenen een roadtrip maken verdient derhalve geen aanbeveling.
Tot zover de kritiek, want er is een boel goeds te melden. Het belangrijkste: ik voel me lekker in de auto. In de Leaf voelde ik me een beetje een evangelist. "Bekeert u tot het groene rijden. Volg mij richting het beloofde land van het elektrisch vervoer", dat idee. Dat had met name te maken met de vormgeving van de Leaf, de opvallende blauwe kleur en die enorme sticker met '100% elektrisch' op de deur hielp ook niet. Met de Ampera moet ik mensen vertellen dat hij elektrisch is. "Oh, hoe ver rijdt hij dan?" Ongeveer 60 kilometer. "Poeh, dat houdt niet over!" Nee, maar daarna slaat het aggregaatje aan en kun je nog 450 kilometer. "Hmmmm." Juist.
De belofte van de Ampera is makkelijker te slikken voor mensen die gewend zijn benzine of diesel te rijden. Het ontwerp ook. Van elke twintig mensen die hier langs komen fietsen, zitten er toch zeker drie achterstevoren op de fiets. Onze Darth Vader krijgt veel complimentjes over zijn uiterlijk.
Of je nu sportief wil rijden of relaxed wil cruisen: de Ampera schikt zich. Alhoewel de 150 pk niet meer dan voldoende is voor een wagen van 1635 kilo, voel je wel dat er 370 Nm koppel is. Die zorgt voor een aangename druk in de rug. In negen seconden zit je op 100 kilometer per uur.
Dat alles in een paar aangename met de hand verstelbare stoelen met verwarming. Die zitten goed en ook het stuur ligt prettig in de hand. Het dashboard is echter wat rommelig. De klokken voor je neus zien er futuristisch uit, maar bestaan uit een grote hoeveelheid losse elementen. Wat visuele clustering had de zaak overzichtelijker gemaakt. Ook de middenconsole bestaat uit een enorme hoeveelheid losse knopjes.
Aangezien de auto ook een touchscreen heeft, zou die overvloed eenvoudig gereduceerd kunnen worden. Het touchscreen is ook te bedienen met een draai- en drukknop centraal op het dashboard, maar niet vanaf het stuur. Dat is jammer, want het is veel prettiger je handen aan het stuur te houden als je een afspeellijstje opzoekt.
Over audio gesproken: de Bose set is booming! Wellicht komt het doordat de auto zo stil is, want ook in de Leaf klonk de muziek als nooit tevoren. Na een aantal teleurstellingen het afgelopen jaar, zoals de Bose set in de Porsche 911, is deze set een verademing. Je iPhone of mp3-speler aansluiten kan zonder speciale stekkers. Inpluggen en knallen maar.
De vraag die mij door het hoofd blijft spelen is de volgende: Leaf (35K) + Aygo (10K) = Ampera (45K). Oftewel, is het handiger om één dure auto te hebben die alles kan, of twee auto's die elk een eigen rol hebben? Reacties zijn welkom in de comments.
Lees alle artikelen uit deze duurtest.