Bright-hoofdredacteur en Star Wars-fan Erwin zag Solo: A Star Wars Story. "I’ve got a good feeling about this."
Als Star Wars-fan was ik eind 2012 verrukt over het nieuws dat Disney Lucasfilm overnam en nieuwe films en series aankondigde. Het feit dat The Force Awakens een kopie was van A New Hope nam ik voor lief. Episode VII was tenminste niet meer zo plastic als de prequels en introduceerde boeiende nieuwe personages als Rey en Kylo. Rogue One, de eerste van een reeks zogeheten Story-films die in de jaren verschijnen tussen Episode-films, was een fijne bonus voor fans. Bij The Last Jedi heb ik me ook prima vermaakt, al snap ik dat veel fans moeite hadden met de zelfbewuste humor en dat ze bang zijn dat Disney het spoor een beetje bijster is. Na het zien van Solo: A Star Wars Story kan ik ze geruststellen: Star Wars swingt weer.
We krijgen het verhaal te zien hoe Han de vrijbuiter Han Solo wordt. Hoe hij zijn sidekick Chewbacca ontmoet. Hoe hij de Millennium Falcon wint van de suave Lando Calrissian en de Kessel run in slechts 12 parsecs aflegt. Je ziet zelfs hoe Han aan zijn blaster komt. Da’s allemaal onweerstaanbaar snoepgoed voor fans, maar aan de oppervlakte zie je vooral een heerlijke ’heist movie’ vol avontuur in de traditie van de betere Star Wars films, zoals A New Hope en The Empire Strikes Back.
Niks geen ingewikkeld gedoe met uitgebluste Jedi’s die vinden dat de Jedi-orde moet verdwijnen en zo. De Force komt niet eens in deze film voor. De jonge, onbezonnen en nog optimistische Han wil gewoon zijn meisje terug en heeft niks te verliezen. Solo is rock ’n roll met slechts vier akkoorden.
Han Solo was altijd een beetje de Indiana Jones in de Star Wars-films, de avonturier. Beide beroemde filmpersonages werden niet geheel toevallig gespeeld door Harrison Ford. Dat avontuurlijke personage zet in Solo de toon, dit keer voortreffelijk vertolkt door Alden Ehrenreich. Da’s niet toevallig, want Solo is geschreven door Lawrence Kasdan (en zijn zoon Jonathan) die eerder onder mee The Empire Strikes Back, Return of the Jedi, Indiana Jones en The Force Awakens voor zijn rekening nam. Nadat Disney met Star Wars-bedenker George Lucas brak, is het Kasdan die samen met Lucasfilm-directeur Kathleen Kennedy de ziel van Star Wars bewaakt. Die gaat niet over lightsabers en TIE Fighters, maar over een stelletje underdogs met het hart op de goede plek die tegen alle verwachtingen in boven komen drijven.
Kasdan had de vrije hand. Solo heeft geen last van bagage zoals de Episode-films, die gebukt gaan onder het gewicht van de Skywalker-saga en de verwachtingen van fans voor wie het Star Wars-canon heilig is. Zelfs bij Rogue One stond de afloop al vast. Bij Solo daarentegen konden vader en zoon Kasdan vrijuit schrijven. Ze hebben er een hele vermakelijke film van gemaakt.
Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik kijk nu misschien nog wel meer uit naar de volgende Story-film die in 2020 verschijnt en naar verluidt is gewijd aan Obi-Wan Kenobi, dan naar Episode IX volgend jaar. Met de bijdehande K-2SO in Rogue One en de vrijgevochten L3-37 in Solo zijn de droids ook leuker.
Solo: A Star Wars Story draait vanaf 23 mei in de bioscoop.