'Nederlandse kweekvleesburger over 2 jaar op je bord'
Het Nederlandse Mosa Meat ontwikkelt een alternatief van gekweekt rundvlees, waar geen koe of slager aan te pas komt. Met een investering van 7,5 miljoen euro zet de startup nieuwe stappen richting massaproductie.
De Duitse farmaceut Merck, de Zwitserse vleesverwerker Bell Food en een groep private investeerders die dierenleed willen voorkomen waren 'de gelukkigen' die mochten investeren in het vorig jaar opgerichte Mosa Meat, een spin-off van de Universiteit van Maastricht.
"Er stonden wel vijftien geïnteresseerde partijen in de rij", vertelt Mark Post, oprichter en hoogleraar vasculaire fysiologie, tegen RTL Z. Een deel van hen staat nu op de reservelijst, want het bedrijf denkt binnen aanzienlijke tijd een nieuwe kapitaalinjectie nodig te hebben. Doel: een eigen fabriek waar de gekweekte hamburger op grote schaal gemaakt kan worden.
Stamcellen in een bioreactor
Zo ver is het nog niet. De technologie is er, de eerste burgers zijn gekweekt en geproefd, en er is een plan om groter te kunnen produceren. "Maar we moeten het ook nog doen, opschalen gaat in fasen", legt Post uit. "We hebben ook de goedkeuring van de Europese voedselautoriteiten nodig."
Mosa kweekt de hamburgers met stamcellen van levende koeien in een bioreactor, een soort tank. Het duurt acht weken om van een enkele cel een stuk vlees te laten groeien. "De groei is exponentieel, het duurt acht weken en een dag om er twee te maken. Acht weken en twee dagen voor drie stuks vlees, et cetera."
Eerst in restaurants
In de komende twee tot drie jaar wil het bedrijf testen met de hoeveelheid vlees die kan worden gemaakt per bioreactor. Ook wordt de smaak gefinetuned, en kijken ze of er vitamine B12 kan worden toegevoegd. "Het kweekvlees smaakt nu hetzelfde als gewoon vlees."
Daarna hoopt Post dat de eerste hamburgers in restaurants te vinden zijn, met een jaar of twee. "Natuurlijk willen we ook in de supermarkten liggen", zegt Post. Maar makkelijk is dat niet: daarvoor moet je als bedrijf veel tegelijk kunnen produceren, en de huidige kostprijs van 10 euro per burger is ook nog te hoog.
Veeteelt vervangen
Om te kunnen groeien moet het team dit jaar uitbreiden van 12 naar 25 man. Het ultieme doel: alle veeteelt vervangen. Als dat gebeurt kan de heersende vleesindustrie wel inpakken. Dat moet ook, vindt Post, want 'de problemen stapelen zich op'.
We eten namelijk te veel vlees. Hoewel in Nederland de consumptie de afgelopen jaren wat daalde, groeit deze wereldwijd. Volgens de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) wordt er in 2050 70 procent meer vlees gegeten in opkomende economieën zoals China en India. Hoe rijker de mens, hoe meer vlees er wordt gegeten.
Voedselschandalen
Het kost enorm veel grond en water om dat stukje vlees op je bord te krijgen, en de veeteelt is verantwoordelijk voor een groot deel van onze co2-uitstoot. "Er wordt hevig gediscussieerd over het feit dat zo'n 15 procent van onze co2-uitstoot door veeteelt komt", weet Post.
Een ontwikkeling in tegengestelde richting is er ook: in meer welvarende landen zoals Nederland, gaat vlees velen juist tegenstaan door de veelheid aan voedselschandalen.
Bedreiging voor voedselzekerheid
Helemaal stoppen met vlees is voor velen geen optie, snapt ook Post. Hij hoopt een alternatief te bieden dat geen uitstoot van methaan oplevert, een veelvoorkomend broeikasgas in koeienpoep. "Er is minder water en energie nodig voor de productie van kweekvlees. Dat gaat zeker bijdragen aan het milieu", zegt de ondernemer.
De exacte studies en cijfers over kweekvlees laten nog op zich wachten. Maar de aandacht voor het product is alvast groot. "Aandacht van The Wall Street Journal is bijna normaal geworden", zegt Post. Het betekent natuurlijk ook dat er meer bedrijven in het veld actief zijn, volgens de oprichter een stuk of twaalf. "Memphis Meats is een grote, maar zij focussen meer op kip."
Post houdt het voorlopig bij hamburgers en in de toekomst mogelijk biefstuk. Journalisten staan alvast te popelen om dat te proeven. "Ik kan elke dag wel een filmploeg over de vloer hebben, best gek als je bedenkt dat er nog geen verkoopbaar product is."