'2 procent Nederlanders wil licht elektrisch voertuig kopen'
Twee procent van de Nederlanders zegt nog dit jaar een licht elektrisch voertuig (LEV) te willen kopen, zoals een elektrische step of een e-scooter.
Bijna 3 procent van de Nederlanders bezit al een licht elektrisch voertuig (LEV), blijkt uit een onderzoek van Multiscope onder 6.400 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Dat zijn in totaal 363.000 LEV's. Het grootste deel hiervan heeft een elektrische step (47 procent), zo'n 167.000 e-stepjes.
E-scooters zijn goed voor ruim een kwart (26%) van de LEV-markt. Zestien procent bezit een zogeheten personal transporter, een zelfbalancerend voertuig met een stuur, zoals een Segway. Acht procent heeft een hoverboard, gevolgd door de elektrische eenwieler (2%) en het elektrisch skateboard (1%).
E-scooter in trek
Als 2 procent van de Nederlanders dit jaar een LEV koopt, komt het totaal aan dit type voertuigen op bijna 650.000 stuks. Het merendeel (55%) gaat voor een elektrische scooter. Ongeveer een kwart wil een elektrische step aanschaffen en 13 procent kiest voor een hoverboard.
Populair onder jonge mannen
Bezitters van licht elektrische voertuigen zijn vaak man, 18 tot 34 jaar oud en hebben een minimum tot modaal inkomen, stelt Multiscope, dat voor het eerst onderzoek deed naar het bezit van dit soort vervoermiddelen.
Winkelformules zijn de populairste aankoopkanalen voor LEV's (41%), gevolgd door de lokale fietsenwinkel of speciaalzaak (19 procent). Zes procent wordt direct bij de fabrikant gekocht.
Niet legaal op de weg
Veel van de lichtgewicht elektrische voertuigen mogen in Nederland, anders dan in de meeste Europese landen, niet de openbare weg op. Slechts enkele modellen zijn goedgekeurd door de RDW als 'bijzondere bromfiets'.
Voor een mogelijke legalisering van LEV's heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in juli het nieuwe Kader Lichte Elektrische Voertuigen opgesteld. Daarin wordt de richting van de nieuwe regels aangegeven. Die regels worden pas op z’n vroegst begin 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd, waarna een inwerkingtreding vanaf 2023 wordt verwacht.