Onderzoek: slecht beeld op Zoom? Dan ga je steeds harder praten
Als de beeldkwaliteit van een videogesprek verslechtert gaan mensen steeds harder praten. Ook gaan ze dan meer gebaren, om te compenseren. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers van de Nijmeegse Radboud Universiteit en het Max Planck Institute voor Psycholinguïstiek.
De wetenschappers vroegen deelnemers aan het onderzoek om met twee personen een videogesprek te voeren. Daarbij verslechterden ze de visuele kwaliteit stapsgewijs om te zien wat voor invloed dat had op de manier waarop ze spraken. Hoe slechter het beeld werd, hoe luider mensen begonnen te praten.
Volgens de onderzoekers gebeurt hetzelfde als wanneer je met iemand in een drukke omgeving met veel achtergrondgeluiden praat. "Dan gebruik je meestal gebaren om je gesproken woorden te ondersteunen. Ook ga je harder praten", zegt onderzoeker James Trujillo. "Bij het videobellen worden eventuele problemen die het lastiger maken elkaar te begrijpen meestal veroorzaakt door technische problemen. We hebben dan echter nog steeds de neiging om dezelfde technieken te gebruiken om te compenseren."
Belangrijke rol lichaamstaal
Sinds de coronapandemie zijn mensen veel meer gaan videobellen, waardoor het belangrijker is geworden om te begrijpen hoe mensen op afstand communiceren. Het onderzoek zou aantonen dat de lichaamstaal een grote rol speelt bij de communicatie. "Onze resultaten ondersteunen het idee dat gebaren meer zijn dan alleen maar een compenserend of ondersteunend signaal", aldus Trujillo. "Dit toont aan dat spraak en gebaren zijn geïntegreerd. Mensen compenseren het gebrek aan beeld door harder te praten en grotere gebaren te gebruiken."
Zelfs als er bijna geen beeld meer is, stoppen mensen niet ineens met het gebruik van gebaren. Trujillo: "Dat is vergelijkbaar met hoe mensen aan de telefoon met elkaar praten: we zien elkaar dan niet, maar tijdens een geanimeerd gesprek maken we toch gebaren en bewegingen."
Luider praten
Voor het onderzoek werden videogesprekken tussen twintig paren geanalyseerd. De tweetallen moesten elkaar videobellen uit aparte kamers. Er werd hen verteld dat ze geen specifieke 'taak' hadden. Tijdens de gesprekken werd stapsgewijs de videokwaliteit van de gesprekken slechter gemaakt, terwijl de audiokwaliteit hetzelfde bleef.
Achteraf analyseerden de wetenschappers de beelden. Daaruit bleek dat deelnemers steeds luider praten naarmate de beeldkwaliteit omlaag ging, tot een bepaald punt. Zodra de zichtbaarheid te laag werd, gebeurde juist het omgekeerde. Deelnemers leken het op te geven als de beeldkwaliteit te slecht werd.
Hetzelfde werd geobserveerd bij gebaren. Hoe slechter de kwaliteit, hoe meer mensen zich uitdrukken door lichaamstaal te gebruiken. Zodra de beeldkwaliteit te laag werd om handgebaren goed te kunnen zien, werden ook die steeds minder gebruikt.
Invloed beeld op gedrag
De onderzoekers beweren dat hun onderzoek de eerste is waarbij is gekeken naar de invloed van beeld op ons gedrag. Trujillo: "Sommige onderzoekers beweren dat gebaren alleen maar een toevoeging zijn bij de spraak en dat ze er geen wezenlijk onderdeel van uitmaken. Als dat het geval was, dan zouden mensen niet harder gaan praten om het gebrek aan gebaren te compenseren, of andersom." Bij verder onderzoek naar spraak moet volgens hem daarom ook goed naar gebaren gekeken worden.
Het onderzoek is woensdag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Royal Society Open Science.