Duurtest Tesla Model Y: instap-SUV met prijzige opties
Bright-autotester Rutger rijdt een maand in de Tesla Model Y, die sinds kort in prijs is verlaagd. Vandaag de eerste kennismaking met de instap-SUV van het Amerikaanse merk.
Rutger Middendorp test elke maand een andere auto voor Bright. Kijk ook zijn video's.
Tesla’s waren altijd een stukje interessanter dan andere elektrische auto’s vanwege het Supercharger-netwerk van het merk. Maar ze waren ook een stukje duurder. Maar met de recente prijsverlagingen legt Tesla de Europese en Aziatische automakers het vuur aan de schenen.
De Tesla Model 3 begint een tientje onder de 45.000 euro en de Model Y kost precies 2000 euro meer. Een achterwielaangedreven elektrische SUV met een bereik van 455 kilometer en het gemak van de navigatie die je langs snelladers stuurt. Dat lijkt per euro de meest volledige elektrische auto die je krijgen kunt. De komende weken check ik of dat in de praktijk ook klopt.
Vergelijk met Model 3
Voor sommige mensen is de Model 3 interessanter. Dankzij zijn stroomlijn gaat 'ie verder op dezelfde accu, hij is fraaier om te zien en je houdt 2000 euro in de zak. Bovendien maak je nog aanspraak op de aanschafsubsidie.
De Model 3 heeft echter twee nadelen ten opzichte van de Model Y. Hij heeft een lage korte achterbank, waardoor je er als volwassene niet bijzonder comfortabel zit. Bovendien is de Model 3 een sedan en kun je dus je hond niet meenemen in de achterbak. De Model Y is ruimer en heeft een kofferbak waar een hond makkelijk in mee kan.
Opties: niet goedkoop
De startprijs van 47.000 euro is inclusief een boel zaken waarbij je bij de concurrent voor bij moet betalen. Het infotainmentsysteem is altijd hetzelfde met een groot en snel werkend touchscreen en adaptieve cruise control hoef je ook niet voor bij te betalen.
Maar vink je wel opties aan, dan zijn ze niet goedkoop. Ander kleurtje dan wit? Minstens 1200 euro, oplopend tot 2000. Onze blauwe kleur is 1600 euro. 20 inch velgen in plaats van 19 inch? Telt u maar even 2300 euro neer. De vaste trekhaak is met 1350 euro ook aan de prijs. Bij BMW krijg je voor hetzelfde geld een elektrisch intrekbare. BMW staat niet echt bekend om zijn goedkope accessoires.
Prijzige software-upgrades
Waar het echt pijnlijk wordt is bij de software-opties. Voor 3800 euro maak je je cruise control wat slimmer. Je kunt dan navigeren met Autopilot, automatisch van rijbaan wisselen, automatisch inparkeren en de auto naar je toe laten komen, zonder dat jij er in zit. Functies die op dit moment nog geen kleine 4000 euro waard zijn. Er bestaat nog geen enkele auto die zo soepel van rijbaan wisselt, dat je het aan de auto over laat. Automatisch inparkeren duurt langer, dan wanneer je het zelf doet. En tenzij je in een rolstoel zit, is de smart summon-optie vooral een gimmick.
Wil je echt van je geld af, dan kun je ook voor 7500 euro het Full Self-Driving-pakket afnemen. Met alle opties die in Enhanced Autopilot zitten, maar ook verkeerslicht- en stopbordherkenning en de 'eeuwigdurende' belofte dat je auto zich echt heel, heel, heel binnenkort zelf kan rijden in de bebouwde kom. Belangrijk om te weten: dit zijn geen hardware-opties. Alle hardware is gelijk bij alle Model Y’s die nu uit de fabriek komen. Je kunt dus ook over een jaar besluiten alsnog het Full Self-Driving-pakket toe te voegen.
Onze testauto is blauw en heeft het Full Self-Driving-pakket en kost dus zo’n 10.000 euro meer dan de instapper. Maar de rijervaring zal grotendeels overeen komen. De komende vier weken testen we onze hypothese: is de Model Y de EV met de beste prijs-prestatieverhouding?
Rutger Middendorp test auto's voor Bright. Kijk ook zijn video's.