Kabinet: gevolgen AI in onderwijs nog onbekend, 'kansen en bedreigingen'
Het gebruik van kunstmatige intelligentie, waaronder chatbots als ChatGPT, in het onderwijs kan zowel kansen als bedreigingen bieden, stelt staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering). Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, vindt de staatssecretaris.
Sinds november is de AI-chatbot ChatGPT vrij beschikbaar en al snel bleek dat scholieren en studenten de chatbot creatief inzetten, bijvoorbeeld voor het automatisch genereren van boekverslagen. Dat leidde tot Kamervragen van twee D66-Kamerleden, die de staatssecretaris nu heeft beantwoord. Het is voor het eerst dat het kabinet ingaat op dit soort kunstmatige intelligentie (AI).
AI-chatbots zijn niet de eerste technologie waar het onderwijs mee wordt geconfronteerd, stelt Van Huffelen. "Zo hadden de rekenmachine en computers bijvoorbeeld ook veel gevolgen, maar worden deze nu veelvuldig gebruikt in de klas. AI kan het onderwijs verbeteren door het leren motiverender te maken, het onderwijs beter af te stemmen op de behoefte van de lerende en docenten te ondersteunen", aldus de staatssecretaris.
Kansen en bedreigingen
Het is volgens Van Huffelen nog wel te vroeg om conclusies te trekken over de langetermijngevolgen van kunstmatige intelligentie in de klas. "Het kabinet ziet aan de ene kant de positieve waarde van generatieve AI, waar ChatGPT een voorbeeld van is. Zo hebben deze systemen de potentie om efficiëntie en productiviteit te verbeteren", aldus de staatssecretaris.
Naast die kansen zijn er ook bedreigingen en begrijpt Van Huffelen de zorgen van onderwijzers. "AI kan bijvoorbeeld leiden tot biases, waardoor groepen leerlingen en studenten om onterechte redenen benadeeld kunnen worden. Ook kunnen AI-toepassingen als ChatGPT ingezet worden door lerenden om fraude te plegen bij schrijfopdrachten", schrijft de staatssecretaris. Ze wijst daarnaast op zaken als discriminerende antwoorden en zorgen rond overtuigendere phishingmails.
Luister ook:
Investeren in handvatten
Om te zorgen dat onderwijzers niet worden overvallen door alle AI-ontwikkelingen, wordt er volgens de staatssecretaris geïnvesteerd. Zo is er 80 miljoen euro beschikbaar tot 2035 voor het Nationaal Onderwijslab AI. Scholen, wetenschappers en bedrijven werken dan samen, onder meer om te zorgen dat AI in het onderwijs wordt ingezet "vanuit een pedagogisch en didactisch verantwoorde basis, met oog voor risico’s als privacy en autonomie van leerlingen en leraren".
Omdat ook bedrijven steeds meer gebruikmaken van AI, wordt er door het kabinet geïnvesteerd in transparantie en ethiek rond kunstmatige intelligentie. Van Huffelen wijst op het investeringsprogramma AiNed, waarvoor bijna 230 miljoen euro beschikbaar komt voor AI kennis, innovatie en talent. "Onder andere de zogenaamde ELSA labs (ethical, legal, societal aspects) verrichten onderzoek op het gebied van mensgerichte AI en helpen bedrijven bij de toepassing", aldus de staatssecretaris.
Net als bij onderwijs zijn ook voor de arbeidsmarkt de langetermijngevolgen nog niet bekend, stelt de staatssecretaris. Het is volgens het kabinet wel belangrijk om een vinger aan de pols te houden. Daarvoor is onder meer de Ambtelijke Commissie Digitalisering in het leven geroepen.