Bright-autotester Rutger rijdt een maand in de elektrische Mercedes-Benz EQE. Deze week vergelijkt hij de EQE met de concurrenten.
Rutger Middendorp test auto's voor Bright. Volg ook ons kanaal.
Het leuke van de huidige golf aan elektrische auto’s is dat ze in veel gevallen geen directe concurrenten hebben. Er is zelden iets dat even groot, even duur en even rijk uitgerust is. De markt voor benzinewagens is inmiddels heel erg volwassen. Je koopt een Audi A3, een Mercedes A-klasse of een BMW 2-serie. Dat zit allemaal dicht genoeg bij elkaar.
In EV-land zijn er auto's die heel dicht bij elkaar zitten omdat ze familie zijn: Skoda Enyaq, Volkswagen ID.4 en Audi Q4 e-tron bijvoorbeeld. Maar vaker gaan ze net bij elkaar langs. Ook de EQE bevindt zich een beetje in niemandsland.
Een Tesla Model 3 is kleiner en goedkoper. Een Tesla Model S is groter en duurder. Een BMW i4 is kleiner en sportiever. Een Nio ET5 is goedkoper, een ET7 is duurder. Een directe concurrent is er niet. Dan blijft de vraag over: welke niche bedient de Mercedes?
Navigatie is minpunt
De EQE is een uitmuntende auto om mee te reizen. Comfortabel, zuinig, met een flink bereik en een prima snellaadvermogen.
De navigatie is daarin de enige teleurstelling: de kaart loopt flink achter en er wordt niet automatisch een goede route langs snelladers berekend. Voor een verder zo sterk ontwikkeld infotainmentsysteem is dat een downer.
Status
De EQE oogt minder agressief dan de BMW i4. Voor mensen die indruk willen maken op een klant, kan dat een goed verkoopargument zijn. Ook kun je een Tesla Model 3 net wat te hard geveerd of te krap achterin vinden en een Model S te duur of te groot.
Voor de veel reizende, enigszins status behoevende, niet te sportieve rijder is de EQE een schot in de roos.
Rutger Middendorp test auto's voor Bright. Volg ook ons kanaal.