Duurtest Smart #1: in deze Brabus-variant heb je meer plezier

Ik weet niet welke autojournalist ik mag bedanken: maar er zat een deuk in de auto die wij een maand zouden rijden. En daardoor mochten we beginnen in de Brabus-variant van de #1. De meest sportieve en de duurste versie van de mini-Mercedes.

Ik vind over het algemeen 'sportieve' SUV's een contradictio in terminis. Een sportieve auto mag niet teveel wegen en zeker geen te hoog zwaartepunt hebben. Voor een SUV is een Porsche Cayenne bijvoorbeeld sportief, maar stap daarna in een 718 en je durft het woord sportief niet meer uit te spreken als het om de dikke Porsche gaat. Een volle €6500 bijbetalen voor de Brabus-variant van de Smart leek me bij voorbaat dan ook een dom idee.

De verschillen

Wat krijg je voor de 6,5K? 20 kilometer minder bereik. Acceleratie in 3,9 seconden in plaats van 6,7. Brabus-badges. Een iets ander onderstel. Andere velgen. Rode veiligheidsriemen. Een alcantara-stuur. Fraaiere stoelen. En een grotere grijns op je gezicht.

Ik haat het als ik van mijn principes moet afstappen, maar ik heb echt meer lol gehad in de Brabus dan in de Premium-variant die ik nu rijdt, met een prijsverschil van €4000. De Brabus houdt net iets meer van bochtjes en wil flink harder als je even in wilt halen. Het interieur ziet er net wat speelser uit en dat stuurtje met alcantara geeft heerlijk veel grip en ziet er racey uit, zonder kinderachtig te worden.

Kiezen

Het listige in de keuze is dat de standaard Smart #1 (vanaf 42.395 euro) ook al aardig compleet is uitgerust en met 274 pk meer pit heeft dan andere EV's in dit segment.

Ben je niet van plan meer uit te geven dan 45.000 euro, dan raad ik je af om proef te rijden in de Brabus-versie. Want dan ga je balen van je nieuwe auto.

Rutger test voor Bright elke maand een nieuwe elektrische auto. Volg zijn updates in de Duurtest.