ESA stuurt al 40 jaar mensen naar de ruimte, maar hoe staan we er nu voor?
Het Europese Ruimteagentschap (ESA) vierde dinsdag de 40e verjaardag van zijn eerste bemande ruimtevaartmissie. Op 28 november 1983 plaatste het ruimteveer Columbia ESA-astronaut Ulf Merbold samen met het mini-ruimtestation Spacelab in een baan rond de aarde. Maar hoe staat het ruimteagentschap er vandaag de dag voor?
In een blogpost werpt ESA licht op de rol die Europa de laatste decennia heeft gespeeld in de bemande ruimtevaart. Tot op de dag van vandaag blijft ons continent nog altijd actief. Vooral bij de productie van modules voor bemande reizen speelt Europa een belangrijke rol.
Behalve Spacelab heeft ESA met de VS, Rusland en andere partners samengewerkt aan het Internationaal Ruimtestation (ISS). Ook enkele schepen die het ISS bevoorra(a)d(d)en, zoals Cygnus en de ATV, hebben Europese roots, zegt ESA in de blogpost.
Het ruimteagentschap werkt ook aan projecten die in de nabije toekomst gelanceerd zullen worden. In het persbericht gaat het bijvoorbeeld over de Europese servicemodule die astronauten op weg naar de maan in leven zal houden, modules voor het particuliere ruimtestation van Axiom Space en ‘cruciale elementen’ van de Lunar Gateway, het ruimtestation dat als tussenstop moet dienen tussen de aarde en de maan. Het Italiaanse ruimteagentschap ASI en het Franse bedrijf Thales Alenia Space hebben zelfs een contract getekend om modules te ontwerpen voor een toekomstige maanbasis.
Geen eigen lanceercapaciteit
Maar hoewel ESA veel werk levert voor modules om mensen in de ruimte in leven te houden, is het opvallend dat het ruimteagentschap geen eigen lanceercapaciteit heeft. De laatste Ariane 5, de zwaarste raket in het Europese arsenaal, werd deze zomer gelanceerd. Diens opvolger, de Ariane 6, loopt al jaren vertraging op en zal pas volgend jaar voor het eerst de ruimte in kunnen. Ook in het kleinere segment mislukte eind vorig jaar de cruciale lancering van een Vega C-raket, die tot 2024 wordt uitgesteld.
Dat heeft ervoor gezorgd dat Europa noodgedwongen raketten van het Amerikaanse bedrijf SpaceX moet gebruiken voor een aantal cruciale missies. Maar zelfs nadat Ariane 6 de ruimte in kan, zal Europa voor bemande lanceringen nog altijd afhankelijk zijn van de VS. Het toekomstige werkpaard van ESA zal niet in staat zijn mensen te vervoeren. De samenwerking met Rusland is sinds de oorlog in Oekraïne ook stopgezet.
Naarmate steeds meer Europese landen hun eigen astronauten in een baan rond de aarde willen plaatsen, groeit daarom ook de interesse om een eigen lanceercapaciteit te ontwikkelen. Dat liet Josef Aschbacher, directeur-generaal bij ESA, al meermaals weten aan verschillende media. ESA zou zich willen baseren op het model van NASA, dat steeds nauwer samenwerkt met de private sector in plaats van zelf al het ontwikkelingswerk te leveren.