'Airbnb-wet' komt er definitief: veel strengere regels voor verhuur-platforms
De 'Airbnb-wet' is definitief goedgekeurd door het Europees Parlement. De regels moeten ervoor zorgen dat steden veel meer kunnen doen tegen de dure, kortlopende verhuur van woningen via platforms als Airbnb en Booking.com. Zulke verhuur stuwt vaak ook de prijzen voor de woon-huur in de omgeving.
Steden proberen al jaren de kortlopende huren via platforms als Airbnb en Booking.com aan te pakken. Airbnb werd ooit bedacht om een extra kamer of lege woning makkelijk voor tijdelijke verhuur aan te bieden. Maar zulke verhuur werd een hele industrie, waar verhuurders speciaal panden voor zijn gaan kopen. De kortlopende vakantieverhuur levert vaak meer op dan de verhuur als woning, en jarenlang waren er veel minder plichten voor de verhuurder. Ondertussen stegen in populaire 'Airbnb'-wijken, zoals in het centrum van van Amsterdam, de prijzen van zowel huur- als koopwoningen als gevolg van van de lucratieve vakantieverhuur. Ook klagen steden over de dalende sociale samenhang, door al die huizen waar eigenlijk niemand woont.
Over twee jaar kan dat aangepakt worden, want dan treedt de 'short term rental'-verordening in. Vandaag stemde een ruime meerderheid van het Europees Parlement in met die regeling. Daarmee zijn alle horden genomen, en krijgen de EU-lidstaten 24 maanden de tijd om de regels op landelijk niveau in te voeren.
De wet moet er volgens GroenLinks voor zorgen dat verhuurplatforms als Airbnb en Booking.com beter in toom gehouden kunnen worden. De regels zijn dan ook een stokpaardje van GroenLinks-Europarlementariër Kim van Sparrentak, hoofdonderhandelaar van de wet. "Steden hebben last van de wildgroei aan illegale vakantieverhuur, met overlast en stijgende huizenprijzen als gevolg. Met deze wet zorgen we ervoor dat steden hun lokale regels voor vakantieverhuur beter kunnen handhaven zodat meer woningen voor bewoners beschikbaar blijven", aldus Van Sparrentak.
Meer transparantie met gevolgen
De nieuwe wet verplicht de verhuur-platforms om iedere maand gegevens te delen over hoeveel nachten een huis of appartement verhuurd is, aan hoeveel personen. "De verhuurplatforms weigerden tot nu toe data te delen, waardoor lokale regels moeilijk te handhaven waren. Een stad als Amsterdam staat te springen om deze wet", zegt de Europarlementariër. "We laten nu zien dat niet grote techbedrijven, maar steden zelf bepalen wat de regels zijn. De scheve machtsverhoudingen worden zo rechtgetrokken", vervolg Van Sparrentak.
Door het inzicht in die verplichte data, wordt straks veel sneller duidelijk of de verhuur-platforms zich wel aan de regels houden. Zo niet, dan kunnen de verhuurders sneller geschorst worden, en sneller gedwongen om hun advertenties te verwijderen. Bovendien krijgen de platforms meer verantwoordelijkheid om illegale verhuur op te sporen, waar die verantwoordelijkheid nu vaak bij de verhuurder zelf wordt gelegd.
De wet is nu definitief aangenomen, over twee jaar treden de regels in werking. Dat de huidige handhaving niet werkt, blijkt uit cijfers van het Europees Parlement. In 2019, voor de coronacrisis, werden er in de EU maandelijks gemiddeld 96,6 miljoen nachten in short-stay-accomodaties geboekt. In de twee jaar daarna daalde dat licht naar 72 en toen 88,3 miljoen, maar in 2022 steeg het naar gemiddeld 111,6 miljoen nachten en vorig jaar waren het al gemiddeld 124,7 miljoen nachten.
Meer tech-nieuws van het Europees Parlement en download de Bright-app, nu ook voor Android, en natuurlijk voor iOS.