Dit bedrijf wil energie van zonnepanelen en windmolens opslaan op de zeebodem

Het principe achter de batterij van het Israëlische bedrijf BaroMar is redelijk simpel. Wanneer zonnepanelen of windmolens een overschot aan energie produceren, wordt die energie gebruikt om grote luchtcompressoren te laten draaien. De compressoren vullen op hun beurt tanks met perslucht. Wanneer er weer een hoge vraag is naar energie, wordt de persvlucht vrijgelaten. De druk die daarbij vrijkomt, wordt gebruikt om een turbine aan te drijven. Daarmee wordt stroom gegenereerd. 

Onder water

Tanks vullen met perslucht vereist een hoge druk. BaroMar lost dat probleem op door de tanks simpelweg op de zeebodem te plaatsen, op een diepte van maximaal 700 meter. Daar bedraagt de druk zo’n 70 bar, ofwel 70 keer zoveel als op zeeniveau. Om de tanks op hun plaats te houden, worden er kooien bovenop geplaatst, die gevuld zijn met stenen. De tanks zelf bestaan uit staal en beton.

BaroMar schat dat het systeem een efficiëntie van 70 procent heeft. Dat wil zeggen dat 30 procent van de opgewekte energie verloren gaat. Ook bij andere vergelijkbare opslagconcepten raakt men soortgelijke hoeveelheden kwijt. Volgens het bedrijf kost het ongeveer 100 dollar om één MWh op te slaan. BaroMar beweert dat andere technologieën tot 30 procent duurder zijn.

De eerste proefbatterij, die op Cyprus wordt gebouwd, kan slechts vier MWh opslaan. Latere modellen zullen in staat zijn om een gigawattuur (GWh) op te slaan.

Lees meer nieuws over energie, en mis niets met ons WhatsApp-kanaal.