Augmented reality-doorbraak door universiteit: dunnere bril, realistischer beeld
Amerikaanse universiteit Stanford is de toekomst van augmented reality op het spoor, met een combinatie van kunstmatige intelligentie en holografische technologie.
Werkelijke augmented reality laat virtuele objecten in de echte wereld zien. Alleen het blijkt nogal moeilijk om zulke beelden aan een transparante bril toe te voegen. De Apple Vision Pro toont bijvoorbeeld indrukwekkende beelden, maar doet dat in een gesloten bril via camera's op de buitenkant. De Hololens van Microsoft lukt het wel, maar dan niet via een kleine transparante bril, maar via een vrij groot vizier – en met een kleine kijkhoek.
Het Computational Imaging Lab van de Amerikaanse Stanford universiteit ontwikkelt nu technologie die op een normale bril past. De holografische lenzen zijn veel dunner, maar dankzij kunstmatige intelligentie ogen de geprojecteerde beelden toch overtuigend en driedimensionaal voor degene die de bril draagt.
Ingewikkelder dan het lijkt
De onderzoekers gebruiken in basis dezelfde technologie als bij bestaande AR-headsets met transparante glazen. Dat zijn waveguides, waarbij bepaalde golven in een richting worden geleid. Dat werkt met allerlei soorten golven zoals elektromagnetische golven, maar ook met licht. Zulke optische waveguides geleiden het licht op zo'n manier dat het via een transparant ogend oppervlak – het brillenglas – in het gezichtsgeld van de gebruiker terechtkomt.
Dat klinkt simpeler dan het is, want het luistert ontzettend nauw. Stel je namelijk maar eens voor: je hebt een stofje op je bril en dat zit precies in het midden van je zicht. Als je dan je bril ook maar een klein stukje omhoog duwt, zie je het al niet meer, als je ergens anders kijkt zie je het niet meer, etc. Holografisch geprojecteerde beelden zijn als dat stofje, als je ze tenminste overtuigend wil hebben. Wat we toe nu toe zagen, waren vooral 2D-achtige beelden die op een bril worden geprojecteerd, en daarom net niet overtuigend zijn.
AI maakt het mogelijk
De methode van Stanford gebruikt kunstmatige intelligentie om de beelden voortdurende automatisch te kalibreren. Daardoor moeten de beelden veel overtuigender ogen dan bij methodes tot nu toe. Ook kan de bril veel kleiner zijn, omdat er dankzij die voortdurende kalibratie en de nieuw ontwikkelde waveguide geen zogenoemde collimator nodig is, een soort grote lens die een lichtbundel omzet in evenwijdige stralen die dan via zo'n waveguide voor het oog worden geprojecteerd.
Het gaat nu natuurlijk nog om een prototype en ook hier is het gezichtsveld nog erg beperkt. Maar de stroomversnelling duidelijk: deze vondst kan AR-brillen zowel kleiner en dunner maken, en de beelden in de bril realistischer. Wie weet zien we deze vondst de komende jaren dus terug in nieuwe brillen van Apple, Meta of andere bedrijven.
Meer augmented reality en mis niets met onze Bright-app.