Ingrijpen bij zelfrijdende auto's in testperiode duizenden keren nodig

Ingrijpen bij zelfrijdende auto's in testperiode duizenden keren nodig

13 januari 2016 om 10:01
Laatste update: 27 april 2018 om 09:41

Zelfrijdende auto's hadden in 2015 nog vaak mensenhanden nodig.

In de Amerikaanse staat Californië rijden autonome auto’s van onder meer Google en Tesla rond op de openbare weg. Elk bedrijf dat daar zelfrijdende auto’s test, moet bij lokale autoriteiten aangeven wanneer een menselijke bestuurder ingrijpt. In totaal hebben zeven bedrijven dat gedaan in de periode tussen september 2014 en november 2015.

Ingrijpen nodig voor verbetering

Bij elkaar werden er 2894 ingrepen vastgelegd. Google noteerde 341 keer, terwijl Tesla een score van nul behield. Het ingrijpen bij een autonome auto betekent echter niet meteen dat er een dreigende situatie was, zo schrijft ook Google. "Ingrijpen is belangrijk in het testproces, want daarmee kunnen ontwikkelaars software-mogelijkheden uitbreiden", zo schrijft het bedrijf. "Wij willen het aantal ingrepen niet verminderen, maar juist veel data verzamelen om het zelfrijdende systeem te verbeteren."

Overigens greep Google vaak in het begin van 2015 in, 48 keer na het rijden van zo’n 29.000 kilometer. In oktober maakte het bedrijf veel meer kilometers, ruim 75.000, maar namen mensen maar elf keer het stuur over.

Andere fabrikanten

Ook andere autofabrikanten testten auto’s op de wegen van Californië. Volkswagen tekende 260 ingrepen aan, Nissan 106. De meeste noteringen staan op naam van Bosch (625 keer) en Delphi Automotive (511 keer).

In Nederland zijn autofabrikanten overigens welkom om zelfrijdende auto’s te testen, zei minister Melanie Schultz van Haegen onlangs.

Lees meer over:

Deel via