De vliegende auto uit The Grand Tour komt echt op de markt
In de nieuwste aflevering van The Grand Tour op Amazon Prime Video staan Jeremy Clarkson, James May en Richard Hammond met hun mond vol tanden: een auto komt een vliegveld op rijden, klapt vleugels uit en vliegt weg. Het is de AirCar van het Slowaakse bedrijf Klein Vision, dat deze vliegende auto volgend jaar op de markt wil brengen.
De drie heren van The Grand Tour hebben in hun lange carrière al heel veel gezien op autogebied, maar na het zien van de AirCar blijven ze verbouwereerd achter. "Het gebeurt bijna nooit, maar ik ben even sprakeloos", reageert Clarkson, vlak nadat de AirCar weer is geland op het Slowaakse vliegveld. Daar zijn de voormalige Top Gear-presentatoren op bezoek tijdens hun rondreis door Oost-Europa voor The Grand Tour-aflevering Eurocrash.
De AirCar mag als auto de openbare weg op en transformeert met een druk op de knop tot een vliegmachine, die een hoogte van 2500 meter kan bereiken. Het is een van de eerste vliegende auto’s die ook echt als auto te gebruiken is, net als de Nederlandse concurrent PAL-V. Volgend jaar wil fabrikant Klein Vision hem op de markt brengen, maar de prijs is nog niet bekend.
Vorig jaar kreeg Klein Vision van de Slowaakse luchtvaartautoriteit een certificaat van luchtwaardigheid. Het bedrijf voert sinds eind 2020 testvluchten uit. Een half jaar later was de eerste interstedelijke vlucht een feit.
Rijden en vliegen
De AirCar heeft geen elektromotor maar een brandstofmotor van BMW en haalt op de weg een snelheid van 160 km/u. De vleugels van de AirCar klappen in een paar minuten uit, maar verticaal opstijgen zoals een helikopter is niet mogelijk. Er is een landingsbaan nodig om op te stijgen en te landen. Volgens Klein Vision moet het volgende model van de AirCar kunnen vliegen met 300 km/u en een afstand van 1000 kilometer door de lucht kunnen afleggen.
Ontwerper en uitvinder Stefan Klein werkt sinds eind jaren 80 aan vliegende auto's. Zijn bedrijf Klein Vision wil volgend jaar het productiemodel lanceren, die dan echt te koop zou moeten zijn. Ongeacht de waarschijnlijk hoge prijs blijft dit een vervoermiddel voor een kleine groep mensen, want je moet behalve een rijbewijs ook een vliegbrevet hebben.
Nederlandse concurrent
Een van de concurrenten is het Nederlandse PAL-V, dat ook al vele jaren werkt aan vliegende auto’s. De eerste PAL-V vliegt op Euro 95, heeft een actieradius van 500 kilometer en de vanafprijs is 300.000 euro. Het Brabantse bedrijf is nog bezig met het traject van een volledige certificering door de Europese luchtvaartautoriteit EASA.