Als er leven is op Europa of Enceladus, is het misschien makkelijk te vinden
Onderzoekers bij ruimteagentschap NASA hebben ontdekt dat leven op de manen van Jupiter en Saturnus dat misschien relatief makkelijk kan worden gevonden. Robots op een van de manen Europa of Enceladus moeten slechts 20 centimeter diep boren om tekenen van leven te vinden.
Bepaalde aminozuren, moleculen die erop zouden kunnen duiden dat er leven is onder de oppervlakte van Europa of Enceladus, kunnen net onder de oppervlakte overleven. Dat blijkt uit onderzoek van NASA. Beide manen hebben wellicht oceanen, maar dan onder een ijslaag die kilometers dik is. Aanvankelijk werd gedacht dat men kilometers diep zou moeten boren om potentiële tekenen van leven te vinden, maar nu blijkt dat dit niet het geval is.
“Op basis van onze experimenten is de 'veilige' bemonsteringsdiepte voor aminozuren op Europa bijna 20 centimeter op hoge breedtegraden (…) in het gebied waar het oppervlak niet veel verstoord is door meteorietinslagen.” Dat vertelt Alexander Pavlov van NASA, hoofdauteur van een paper die op 18 juli is gepubliceerd in vakblad Astrobiology, aan SciTechDaily.
Moleculen van dode bacteriën detecteren
Pavlov en zijn team gingen te werk door de omstandigheden die lijken op die op Europa en Enceladus na te bootsen. Ze mengden aminozuren met ijs dat gekoeld was tot zo’n -196 graden Celsius. Vervolgens werd het mengsel gebombardeerd met hoogenergetische straling.
Uit het experiment blijkt dat aminozuren minder snel overleven in ijs gemengd met stof. Ze breken echter langzamer af wanneer ze zich in dode bacteriën bevinden. Als een toekomstige missie naar een van de manen boort op plaatsen met weinig stof en bepaalde aminozuren, kan dat dus een teken zijn dat er zich leven bevindt (of in het verleden bevond).
Mis niks, volg ons WhatsApp-kanaal of abonneer je op de Bright Daily nieuwsbrief.