Duurtest Mazda CX-3 deel 3: klassieke Mazda in nieuwe vorm
Mazda's CX-3 is een goede auto op stelten. Nog steeds een goede auto, maar wel op stelten.
Een jaar of vijf geleden verliet ik de leeftijd waarop jaargenoten zich excuseerden voor de aanschaf van een stationwagon. Ik was zelf al lang gelovige in het idee van de lifestyle wagon en dus kleefde het stigma van een familiebak voor mij niet aan de praktische versies van hatchbacks. Inmiddels zie ik leeftijdsgenoten MPV's en SUV's kopen. Laat ik heel duidelijk zijn: ik vind een MPV niet sexy (op de Espace na), maar wel praktisch. Ik vind een SUV niet sexy én niet praktisch. Zolang er stationwagons gemaakt worden, zie ik geen reden tot aanschaf van een auto in één van deze categorieën.
Hoe had het dan ooit iets kunnen worden tussen mij en de Mazda CX-3? Moeilijk verhaal inderdaad, maar niet onmogelijk. Ik reed de laatste generatie Mazda 3, 6 en MX-5. Stuk voor stuk bijzonder fijne auto's waarin je zou willen wonen. Nou ja, als het moest, dan zou het ok zijn.
De CX-3 deelt heel veel goede eigenschappen met die andere Mazda's. Een heel directe, ouderwets ongeblazen 2 liter motorblok met veel pk. En de uitvoering die wij hebben, heeft ook nog eens alle speeltjes die je zou willen hebben: radar cruise control, head up display, een airco die met de 31 graden van vandaag de auto toch binnen een minuut lekker op temperatuur heeft en prachtige leren bekleding.
Ik kan de CX-3 dan ook van harte aanraden. Als je het belangrijk vindt om rechtop te zitten en daar wel wat laadruimte voor wilt inleveren. Anders zou ik in alle gevallen voor de reguliere 3 gaan.