Hoeveel zorgen moeten we ons maken over overmatig smartphonegebruik?
"De smartphone maakt meer kapot dan je lief is", kopte Het Parool op 26 maart op zijn voorpagina. "Een op de vijf jongvolwassenen heeft ernstige mentale klachten en de smartphone is een belangrijke aanjager", schreef de krant op gezag van verzekeraar Interpolis die onderzoek had laten doen onder 1130 jonge volwassenen.
Uit het onderzoek bleek onder meer dan 5 procent van de ondervraagden de wekker zet om ’s nachts de berichtjes op hun telefoon te kunnen checken. De fear of missing out, die wordt aangejaagd door de smartphone, kan ernstige mentale klachten zoals burn-out tot gevolg hebben, stelt Interpolis. De verzekeraar had natuurlijk ook meteen een remedie: het bedrijf is een afkickprogramma, de Digital Detox, begonnen. Deelnemers krijgen daarbij bijvoorbeeld de opdracht om hun telefoon een tijdje in de vliegtuigmodus te zetten.
Het afkickprogramma is niet het enige initiatief dat ons probeert te redden van onze smartphone-verslaving. Van 9 tot en met 16 april vindt de eerste editie plaats van de Digitale Detox Week. “Meedoen is makkelijk! Je zet op je smartphone je data en wifi uit! Je kunt dan gewoon nog sms’en en bellen maar bent verder offline”, aldus de organisator, de website Opwaarderen.nl. Ondanks de nodige publiciteit komt de actie op het moment van schrijven nog niet verder dan 300 vind-ik-leuks op Facebook. Is dat omdat het eigenlijk wel meevalt met die smartphone-verslaving of omdat we het gevaar massaal onderschatten?
Half ontwikkelde volwassenen
Angst voor nieuwe vormen van entertainment of technologie is niet nieuw. In de jaren vijftig waarschuwden deskundigen wereldwijd voor het gevaar van strips waaraan kinderen en ‘half ontwikkelde volwassenen’ verslaafd zouden raken.
Vanaf de jaren zestig bestaan er zorgen over tv-verslaving en sinds de jaren tachtig wijzen psychologen op de gevaren die er zouden kleven aan het eindeloos spelen van computerspelletjes. En toen internet in de jaren negentig opkwam, werd de noodklok geluid vanwege 'dataverslaving'.
Zo bezien lijkt de angst voor smartphone-verslaving oude wijn in nieuwe zakken. Natuurlijk, wie in het openbaar vervoer zit, ziet dat bijna iedereen met zijn ogen is vastgelijmd aan het mobiele scherm. Maar is dat nu werkelijk heel veel anders dan toen iedereen in de spits de krant opensloeg?
Rollator-bejaarde
Vergeleken met andere vormen van verslaving lijkt de maatschappelijke schade van al dat getuur op mobiele telefoons bovendien nogal mee te vallen. Grote kans dat je flink schrikt als je een app installeert die bijhoudt hoeveel tijd je dagelijks op je smartphone zit. Maar bedenk dan dat de gemiddelde Nederlander ook elke dag drie uur televisie kijkt – een verslaving waarover je gek genoeg nooit meer sombere stukken leest in de krant. En de wekker zetten om ’s nachts je telefoon te checken is misschien een beetje raar en ook wel een beetje zorgwekkend maar het lijkt toch een stuk onschuldiger dan er ’s nachts op uitgaan om autoradio’s te stelen zodat je je heroïneverslaving kunt bekostigen.
Aan tabaksverslaving overlijden in Nederland elk jaar 20.000 mensen, aan alcohol gaan jaarlijks 2.000 mensen dood, terwijl illegale drugs als heroïne, cocaïne en amfetamine goed zijn voor ongeveer honderd sterfgevallen.
Niet dat smartphone-verslaving volstrekt onschuldig is. Hoewel het ontbreekt aan goede cijfers lijkt de smartphone bijvoorbeeld een rol te spelen bij de stijging van het aantal verkeersongelukken. Begin maart veroordeelde de rechtbank nog een 24-jarige fietsster uit Arnhem die al append een 83-jarige bejaarde met rollator had doodgereden.
Zelfmoord
En er lijken meer redenen tot zorg. De Amerikaanse psychologe Jean Twenge trok vorige zomer de aandacht met haar boek ‘iGen’, waarin ze betoogt dat er een nieuwe generatie ‘super-connected’ jongeren opgroeit die minder gelukkig is.
Twenge wijst op (Amerikaanse) statistieken waaruit blijkt dat het aantal jongeren dat zich eenzaam voelt, omhoog is geschoten sinds de iPhone in 2007 op de markt kwam. Net zoals jongeren vandaag de dag veel minder slapen én minder vaak afspreken met vrienden dan voor 2007.
Wat tieners dan wel weer vaker doen, is zelfmoord plegen: het aantal zelfdodingen onder 12- tot 14-jarige meisjes is tussen 2007 en 2015 maar liefst verdrievoudigd, weet Twenge. Zij legt een verband met het afgenomen persoonlijke contact en het toegenomen sociale-mediagebruik. Dat zou ervoor zorgen dat jongeren zich vaker buitengesloten voelen – bijvoorbeeld als ze klasgenoten zien chatten of als ze zien dat iemand anders meer likes en reacties krijgt.
Onbeschermde seks
Het is verleidelijk om mee te gaan in de redenering van Twenge. Maar het is altijd oppassen geblazen met correlaties. Dat twee fenomenen – de opmars van de smartphone en het toegenomen aantal depressies bij jongeren – tegelijkertijd plaatsvinden, hoeft nog niet te betekenen dat de ene ontwikkeling ook direct het gevolg is van de andere ontwikkeling.
Vlak nadat de iPhone uitkwam, brak bijvoorbeeld ook de grootste financiële crisis in decennia uit. Worden jongeren onzeker van hun smartphone of van de flex-economie waar een fatsoenlijk betaalde, vaste baan voor een steeds kleinere groep is weggelegd?
Daar komt bij dat er de afgelopen jaren ook allerhande positieve ontwikkelingen zijn geweest. Zo drinken jongeren tegenwoordig een stuk minder alcohol, raken ze minder vaak betrokken bij verkeersongevallen en hebben ze minder vaak onbeschermde seks. Als je het toegenomen aantal depressies verklaart door de opkomst van de smartphone, moet je dit verstandige gedrag dan niet ook aan dat apparaat toeschrijven?
Misschien dat Interpolis dat een volgende keer eens kan onderzoeken.