De overstap van fysieke muziekdragers naar streaming muziek heeft ervoor gezorgd dat muziekopnames nog nooit zo goedkoop waren als nu. De muziekindustrie stoot wel flink meer broeikasgassen uit. Dat stellen onderzoekers van de universiteiten van Glasgow en Oslo.
De gemiddelde Amerikaanse platenkoper was in de jaren zeventig bijna 5 procent van zijn weekinkomen kwijt aan muziekuitgaven. Wie vandaag de dag via een streamingdienst zoals Spotify of Apple Music naar muziek luistert, betaalt net iets meer dan een procent van het gemiddelde Amerikaanse weeksalaris.
Daarmee zijn muziekopnames nog nooit zo goedkoop geweest als nu, stellen de onderzoekers van de universiteit van Glasgow die de prijsontwikkelingen sinds het begin van de 20ste eeuw in kaart brachten.
Broeikasgassen
Op het eerste gezicht lijkt het afscheid van fysieke muziekdragers zoals de plaat, het cassettebandje en de cd een zegen voor het milieu. In 2000, toen de cd-verkopen piekten, gebruikte de muziekindustrie alleen al in de Verenigde Staten 61 miljoen kilo plastic. In 2016 was die hoeveelheid dankzij de opkomst van streaming muziek afgenomen naar ongeveer 8 miljoen kilo, stellen de onderzoekers.
Maar die afname van het plasticgebruik is niet gepaard met een afname van de uitstoot van broeikasgassen. Integendeel: er is sprake van een flinke toename. De toegenomen uitstoot is het gevolg van de opslag van muziek in datacenters en het versturen ervan naar luisteraars.
Flinke marge
In 2000 was de muziekindustrie in de VS volgens de onderzoekers nog goed voor een broeikasgasuitstoot die het equivalent is van 157 miljoen kilo CO2. In 2016 lag die uitstoot naar schatting tussen de 200 miljoen en ruim 350 miljoen kilo.
De cijfers over 2016 bevatten een flinke marge, waarvoor de onderzoekers in hun nu online gepubliceerde documenten niet direct een verklaring geven. Dit najaar publiceert een van de onderzoekers, Kyle Devine van de universiteit van Oslo, een boek over de milieu-impact van muziek.
Volg Bright op YouTube voor meer tech-video's