Duurtest Tesla Model S: wat biedt deze vernieuwde versie?

Autofabrikanten lijken afgesproken te hebben dat ze om de paar jaar een nieuw model uitbrengen en ergens halverwege een facelift doen. Wat cosmetische aanpassingen om te suggereren dat het allemaal net wat meer bij de tijd is. Grote aanpassingen worden opgespaard om in dat stramien te blijven. Tesla heeft dat vanaf het begin al anders gedaan. De meest wezenlijke veranderingen aan de auto komen via software-updates en die verschijnen simpelweg wanneer ze klaar zijn.

Door de jaren heen hebben oude modellen dus een waslijst aan nieuwe opties gekregen, zonder naar de garage te hoeven. Visueel blijven de veranderingen beperkter. De Model S heeft een keer een nieuwe neus gekregen. De chroomdelen van Tesla’s zijn inmiddels zwart en dan hebben we het belangrijkste nieuws van de afgelopen tien jaar al behandeld als het om de looks gaat. Als gevolg kun je denken (ik deed dat ook) dat een Model S nu ongeveer dezelfde auto is als twee jaar geleden. Niets blijkt minder waar. De komende weken doen we een langeafstandstest in de vernieuwde Model S.

Dual Motor All Wheel Drive

De auto die wij rijden is de Model S Dual Motor All Wheel Drive. Dat klinkt als de meest luxe, maar is dat niet. Voor €107.940 stap je in deze auto die met optionele kleinere 19" velgen 700 kilometer op een acculading zou moeten halen en met 3,2 seconden naar de 100 km/u. Wil je liever iets minder ver, maar nog harder optrekken, dan kun je voor de Plaid versie gaan: €132.490. Je levert zo’n 5 procent bereik in voor een absurde 2,1 seconde sprint en een top van 322 km/u. In de VS is een goedkopere Standard Range-variant aangekondigd, maar in ons landje is die nog niet beschikbaar.

Vermoedelijk is die Standard Range meer auto dan je ooit nodig zult hebben, maar voor nu moeten we het in Nederland met deze instapper doen. Met de 19" Tempest velgen is het geschatte bereik 723 kilometer volgens Tesla. Maar dan moet je niet te veel van die sprintjes doen en niet te veel 200 km/u gaan rijden. Onze auto heeft een blauwe lakkkleur die €2200 extra kost en een crèmekleurig interieur van €2500.

Voor €250 kun je ook een yoke-stuur krijgen, die lijkt op wat in een vliegtuig zit. De bovenkant ontbreekt en de onderkant is bijna vierkant van vorm. Ik had het graag willen proberen, maar was tegelijk blij dat ik een regulier stuur had. Uiteraard heeft onze testauto de Full Self Driving-update. Daarover later in deze Duurtest meer.

Drie schermen, 22 speakers en veel extra's

Wat je standaard krijgt is overigens indrukwekkend: drie displays, waarvan één joekel voorin en een kleine voor de achterpassagiers, die tijdens het rijden kunnen Netflixen of YouTuben bijvoorbeeld. Het audiosysteem heeft standaard 22 speakers. Een enorm glazen panoramadak is ook standaard. Net als stoelverwarming. Een ingebouwde gaming console met Steam. Geventileerde stoelen voorin. En je telefoon als sleutel kunnen gebruiken.

Maar bovenal heb je bijna 800 liter bagageruimte in deze raket voor de openbare weg. Op papier is het nog steeds de ultieme elektrische langeafstandswagen. Maar op papier testen we niet: lees volgende week meer over onze ervaringen.

Rutger Middendorp test voor Bright elke maand een nieuwe elektrische auto. Volg zijn updates in de Duurtest.