1 op de 3 straten open: er moeten tienduizenden elektriciteitshuisjes bij

De komende jaren zal 1 op de 3 Nederlandse straten worden opengebroken om de bouw van nieuwe elektriciteitshuisjes mogelijk te maken. Er zijn nu 100.000 huisjes in Nederland te vinden, maar daar moeten er nog eens 50.000 bijkomen. Een project van immense omvang, dat bovendien zijn uitwerking zal hebben op omwonenden van die huisjes. Hoewel er juist voor wordt gekozen zodat de spanning gelijk wordt verdeeld over de huizen, betekent het wel dat je straks mogelijk vanuit je woning tegen een stroomhuisje aankijkt.

Geen vergunning nodig

Daartegen in beroep gaan schijnt zinloos te zijn. Gemeenten en netbeheerders zijn vrij om te bepalen waar ze de huisjes plaatsen: hier is niet eens een vergunning voor nodig. Dat omwonenden hier juridisch gezien niets mee kunnen, zorgt vaak voor onrust. Waar een elektriciteitshuisje komt, moet een speeltuin of parkeerplaats vaak wijken. Het gaat vooral om bestaande bouw, want bij nieuwbouwwijken worden kabels vaker in de grond al verwerkt. Daar zijn dan geen stroomhuisjes nodig, maar bij bestaande bouw gaat die vlieger niet op: daar zal weer een nieuw vierkant gebouwtje in de buurt komen te staan.

Netbeheerders hebben volgens een architect die gemeenten hierover adviseert (via NOS) vooral de opdracht het snel af te ronden, waardoor er mogelijk nog minder goed wordt gekeken of een huisje echt op de beste plaats komt te staan. Tijd om bewoners wel te betrekken is er dan ook vaak niet. Ook wordt er meestal van een heel standaard type huisje gebruikgemaakt, want er is een vast bedrijf dat ze levert. Zonde, want ook daar kan veel creatiever worden nagedacht en zelfs een combinatie worden gemaakt van een stroomhuisje en een speeltoestel. 

Schrale troost: je kunt als bewoner wel bij de netbeheerder een aanvraag doen om het elektriciteitshuisje te laten verven. 

Luister de Bright-podcast.