Interview: Anouk Wipprecht maakt robo-couture

Interview: Anouk Wipprecht maakt robo-couture
10 december 2017 om 21:24
Laatste update: 26 april 2018 om 15:06

Ontwerper Anouk Wipprecht combineert mode met techniek. “Je ideeën voor jezelf houden, dat is ouderwets denken.”

Anouk Wipprecht maakt kleding en accessoires waarbij ze techniek integreert met design. Ze wil technologie draagbaar maken door kleding uit te rusten met sensoren die reageren op de omgeving, zonder dat de drager daar iets voor hoeft te doen. In de Tetum Galerie in Enschede is een overzicht te zien van wat dat oplevert. Er hangen futuristische jurken met mechanische poten, led-lampen en een rookmachine maar ook een helm met sensoren voor kinderen met ADHD.

Dat Wipprecht vaker niet dan wel in Nederland verblijft, verraadt ze door zo vaak als het kan ‘like’ te zeggen in plaats van ‘uhm’. Af en toe zoekt de spraakwaterval naar een Nederlands woord om, als dat niet snel genoeg gaat, toch maar de Engelse variant te gebruiken. Ze werkt vanuit Silicon Valley. Bedrijven als Volkswagen en Intel mag ze tot haar opdrachtgevers rekenen. Internationaal brak ze door in 2012 met de smoke-dress die Fergie, de zangeres van de Black Eyed Peas, tijdens de halftime show van de Super Bowl droeg.

Waarom wilde je kleren gaan maken?
“Ik was vrij introvert vroeger. Mode is expressie, een manier om je te uiten. Daarom ben ik op m’n veertiende al begonnen met een vooropleiding in de mode. Dit is het, dacht ik. Maar op een gegeven moment vond ik de stofjes waar ik mee werkte te analoog. Daar moest meer inzitten.”

Wat miste je?
“Het digitale. Door iets met robots te gaan doen, kon ik hersenen en een hartslag toevoegen.”

Hoe heb je jezelf leren programmeren?
“Ik ben begonnen met Arduino, een open source-manier van programmeren. Dat wordt veel gebruikt onder hackers. Daarna heb ik geleerd hoe robotica werkt.”

Je hebt een cocktailjurk gemaakt die shotjes produceert, voor de restaurants van Cirque du Soleil op Ibiza en in Las Vegas. Hoe komt men bij jou terecht?
“Als je op 'fashion' en 'tech' googelt kom je bij mij. Ze vinden het leuk om met me te werken omdat ik snel ben en out-of-the-box denk.”

Je werkt voor Audi, VW, Somfy, Intel, Google, Apple en ga zo maar door. Waar vragen die bedrijven van jou?
“Dat hangt van het merk af. Maar in het algemeen is men heel erg geïnteresseerd in het verkennen van grenzen. Intel wil geen rode jurken gaan verkopen. Maar ze willen wel onderzoeken hoe techniek dicht op het lichaam functioneert, of wat 3D-printing voor ze kan betekenen."

<drupal-entity data-embed-button="afbeelding" data-entity-embed-display="entity_reference:media_thumbnail" data-entity-embed-display-settings="{&quot;image_style&quot;:&quot;liggend&quot;,&quot;image_link&quot;:&quot;&quot;}" data-entity-type="media" data-entity-uuid="900f0d53-2b06-449f-890f-110d3d5592b9"></drupal-entity>
De helm die gebruikt wordt om kinderen op ADHD te testen

Hoe pak je dat concreet aan?
“Ik werk regelmatig als artist in residence. Een bedrijf huurt mij voor twee of drie maanden in, regelt vlucht en verblijf. En gedurende die periode sta ik tot hun beschikking.”

Krijg je een hele strakke opdracht?
“Dat varieert, maar meestal gaat het meer om onderzoek. Meestal zijn de voorwaarden niet heel strikt.”

Wipprecht laat een voorbeeld zien. Ze heeft een elektronisch helmpje gemaakt in de vorm van een eenhoorn, voorzien van sensoren. De helm wordt gebruikt om kinderen op ADHD te testen.
“Normaal duurt het een half uur voor die kinderen weer een beetje rustig zijn, in zo’n omgeving. Ik ben er bij geweest en ze raken helemaal freaked out. Met deze oplossing duurt dat maar zes minuten.”

Heb je zelf ADHD?
“Nee.”

Je omschrijft jezelf ook als leraar. Geef je les?
“Ik doe veel dingen met studenten.”

Waar ontmoet je die?
“Ik ben onderdeel van de makers community. Dat is een losse creatieve gemeenschap waar ontwerpers, programmeurs en anderen ideeën uitwisselen. De basisgedachte is open source. Ik maak iets, post dat online en een ander kan het verder ontwikkelen. Je vindt over de hele wereld creatieve plekken, hackerspaces, makerspaces, techshops en fablabs, die hiervoor ingericht zijn”

<drupal-entity data-embed-button="afbeelding" data-entity-embed-display="entity_reference:media_thumbnail" data-entity-embed-display-settings="{&quot;image_style&quot;:&quot;liggend&quot;,&quot;image_link&quot;:&quot;&quot;}" data-entity-type="media" data-entity-uuid="2636d666-c909-48a7-b6f4-5371434dc354"></drupal-entity>

Wipprechts werk in de Tetem Gallerie in Enschede

Hoe verdeel je je aandacht?
“Geld verdien ik met projecten. De rest van de tijd doe ik aan charity. Dan geef ik gratis lezingen op dat soort plekken.”

Maar hoe werkt dat dan? Je maakt dingen in opdracht, kun je wat je voor klanten ontwikkelt gewoon delen met de rest van de wereld?
“Ja. Dat delen is voor mij heel erg van belang.”

Kun je commercieel gezien niet beter bovenop je copyright gaan zitten en als enige van je intellectual property profiteren?
“Dat vind ik een hele ouderwetse gedachte. Met name in Amerika is dat niet te doen. Ik zie de pijn van mensen die daar wel ideeën hebben maar vanwege

de financiële barrière geen toegang tot goede educatie krijgen. En ik zie ook wat het doet wanneer mensen die kans wél krijgen.”

Vind je dat die ouderwetse manier van denken talent onbenut laat?
“Ja. En je ziet dat bedrijven hier ook steeds vaker op een andere manier mee omgaan. Daarom organiseren ze ook artist in residence-programma’s. Door mensen uit verschillende disciplines in een vreemde omgeving te plaatsen, ontstaat een nieuwe manier van kijken.”

Was het moeilijk om te leren programmeren en 3D-printen?
“Je hebt een incubatietijd nodig. Ik vergelijk leren programmeren met het leren van Japans. Het kost tijd.”

<drupal-entity data-embed-button="afbeelding" data-entity-embed-display="entity_reference:media_thumbnail" data-entity-embed-display-settings="{&quot;image_style&quot;:&quot;liggend&quot;,&quot;image_link&quot;:&quot;&quot;}" data-entity-type="media" data-entity-uuid="dd441c56-e1f0-4ab5-8c5d-b3e23261a991"></drupal-entity>

Detail van de spider dress die reageert op omstanders

Nu kun je een jurkje naaien, programmeren, robotjes bouwen en printplaten solderen. Komt dat omdat je geen keus kunt maken?
“Nee! De rode draad is dat ik problemen wil oplossen. De engineer in mij zoekt dan naar de verschillende manieren om dat te doen. En die pas ik dan toe.”

Wipprecht loopt in de tentoonstellingsruimte naar haar smoke-dress, een jurk voorzien van rookmachine die de drager hult in een sprookjesachtige wolk van rook.
“Kijk, deze jurk gaat over intimiteit. In het begin kon de rookmachine alleen aan of uit. Dat wilde ik subtieler maken. Met de spider dress is dat gelukt. De jurk reageert op omstanders maar ook op de emoties van de drager. Er zit een sensor in die de ademhaling meet. De proximity-sensors meten de afstand tot omstanders. De spinnenpoten van de jurk reageren op beide impulsen.”

Hoe heb je die afstand geprogrammeerd?
“Het fascinerend is dat dit in iedere cultuur verschillend is. In Nederland komen mensen best dichtbij voor de spider dress in actie komt. In Amerika houdt iedereen veel meer afstand. Aziaten moet je zelfs een duwtje geven.”

Wil jij producten gaan maken die straks ook op de markt komen?
“Ik werk vooral projectmatig. Maar ik ben wel met lampen bezig voor Somfy (een producent van o.m. zonwering, red.). Al zijn dat lange trajecten. Ook werk ik voor Swarovski waarvoor ik een ketting maak die reageert op de hartslag van de drager. De ketting is verbonden met andere dragers. Als er iets is, dan schakelt de ketting die andere dragers in. Ter bescherming.”

Wil je dat ook, een consumentenmerk opbouwen?
“Dat is niet mijn doel. Ik wil mensen iets leren. Daarom plaats ik al mijn ontwerpen als ik een project heb afgerond, online. Dan kunnen andere mensen er mee verder.”

Je verblijft veel in Silicon Valley waar je bijvoorbeeld werkt voor Intel. Wat heb je voor hun gedaan?
“Dat is heel interessant. Zij merkten te laat dat mobiel op kwam. Die golf hebben ze gemist. Grote bedrijven in Silicon Valley zetten dan een bedrijfje binnen hun bedrijf op om dat de volgende keer te voorkomen. Wat voor nieuwe toepassingen komen er aan? Dat is waar ik me mee bezig hou.”

Werkt dat goed?

“Het is een hele leuke cultuur. Zo’n bedrijf lijkt een beetje op een campus.”

Is die snelheid om je aan te kunnen passen een voorwaarde om te overleven?
“Dit gaat om leiders die het snappen. Die begrijpen dat je start-ups ruimte moet geven. En dat je nieuwe ideeën ruimte moet geven.”

Ga je nu meer de Internet of Things-kant op?
“Ik blijf me richten op sensoren en probeer nu oplossingen te vinden voor de verwerking in kleding. Wasbaarheid en wearables, dat mixt op dit moment nog niet goed. Ik zoek nu naar zelfreinigend textiel dat toch prettig aanvoelt.”

Waar vind je dat soort dingen?
“Ik heb het voordeel dat ik veel in het lab zit. Daar zie je nieuwe ontwikkelingen die nog niet voor het grote publiek beschikbaar zijn, zoals nieuwe batterijen of sensoren. Ik ben heel priviliged.”

Worden we op een gegeven moment niet knettergek van al die technologie aan ons lichaam?
“Technologie moet er zijn om ons te helpen. Dat doet het nu niet. Ik krijg een hartaanval als ik m’n mail open. Dat is niet de bedoeling. Ik zie wearables als technologie die naar ons lichaam en naar onze geest luistert. Het moet ons op een intelligente manier dienen, als manier om ons bewustzijn te vergroten. Welness en health, daar ligt de grootste potentie.”

Dit artikel verscheen ook in Z Life

Lees meer over:

Deel via