Intel-topman: grootste hinder door chiptekort moet nog komen
Het wereldwijde chiptekort wordt voorlopig alleen maar erger. Volgens topman Pat Gelsinger van chipfabrikant Intel wordt de impact ervan waarschijnlijk het sterkste gevoeld in de tweede helft van dit jaar.
Daarna zou de situatie langzaamaan moeten verbeteren, maar de baas van 's werelds grootste chipconcern verwacht niet dat de markt voor 2023 weer een gezonde verhouding van vraag en aanbod kent.
Het chiptekort raakt vooral de auto-industrie, maar bijvoorbeeld ook spelcomputermaker Nintendo en andere bedrijven die actief zijn in de elektronicawereld hebben er last van. Grote chipbedrijven zoals ook het Taiwanese TSMC, een belangrijke toeleverancier van Apple, hebben al aangekondigd de productie te gaan verhogen om zo autofabrikanten te helpen.
Ook bij overheden staat het aanpakken van de problemen hoog op de agenda. Landen als Taiwan, Zuid-Korea, Japan en de VS investeren de komende jaren miljarden in de chipindustrie.
Autofabrieken stilgelegd
Door het gebrek aan chips hebben verschillende automerken al meerdere keren fabrieken moeten stilleggen. De autofabrikanten schroefden aan het begin van de coronacrisis nog hun productie en hun bestellingen terug.
Tegelijkertijd nam de vraag naar computers en mobiele telefoons voor thuiswerken en zaken als spelcomputers voor vertier tijdens de lockdowns toe, waardoor de autobedrijven met nieuwe chipbestellingen achteraan de rij kwamen te staan. Tesla-baas Elon Musk noemde het wereldwijde chiptekort 'de grootste uitdaging' van het bedrijf.