iPhone-verkoop in China ingestort: 'Apple geen lichtpuntje meer'
Een forse daling van de iPhone-verkopen in China de afgelopen weken wijst erop dat de verslechterde Chinese economie ook grote gevolgen voor Apple kan hebben.
De iPhone-verkoop in China daalde in de derde week van oktober met maar liefst 27 procent. Het was de derde opeenvolgende week van afname. Analisten van Jefferies zeggen dat de daling van de iPhone-verkoop groter was dan die bij Android-concurrenten. Ze verwachten dat de negatieve trend de komende tijd aanhoudt.
"De iPhone was eerder nog het lichtpuntje in de verkoopcijfers van smartphones, maar het is minder helder geworden. De data wijzen erop dat het zelfs het slechtste deel van de markt kan worden", schreef analist Edison Lee volgens Bloomberg.
Minder smartphones verkocht
De nieuwe verkoopcijfers duiden erop dat ook Apple niet ontkomt aan de malaise op de telefoonmarkt, dat het slechtste derde kwartaal sinds 2014 achter de rug heeft. Consumenten kopen minder smartphones vanwege de oplopende inflatie en stijgende energieprijzen. Ook de corona-lockdowns in China hebben negatieve impact.
Chinese consumenten kochten sinds het uitbrengen van de iPhone 14 in september minder van de nieuwe toestellen vergeleken met de voorganger vorig jaar rond dezelfde tijd. De neergang in China treft overigens alle fabrikanten: het totaal aantal verkochte smartphones in het land daalde in augustus al met 21 procent.
Corona-lockdowns leggen fabriek plat
Bovendien kunnen corona-lockdowns bij Chinese fabrieken ook weer voor problemen bij de productie van iPhones zorgen. Door een nieuwe corona-uitbraak bij een fabriek van Apple-leverancier Foxconn in de Chinese stad Zhenzhou kunnen in november tot een derde minder iPhones gemaakt worden, zeggen bronnen tegen Reuters.
De fabriek in Zhenzhou, waar 200.000 mensen werken die ook op het fabrieksterrein wonen, werd vorige week getroffen door een corona-uitbraak. Het ging nog om relatief weinig gevallen, maar de directie trof meteen strenge maatregelen. Sommige medewerkers moesten in quarantaine in de slaapvertrekken, maar het bedrijf probeerde de gaten op te vangen door andere werknemers meer of langere diensten te laten draaien.
Werknemers zagen dat niet zitten en besloten dit weekend in groten getale de fabriek te verlaten. Ze gingen veelal terug naar huis, naar de dorpen in de buurt van Zhengzhou. Dat leidt tot verdere problemen in de iPhone-fabriek waar nu minder lang geproduceerd kan worden. Foxconn probeert de schade voor de productie te beperken door meer iPhones te laten maken in een fabriek in Shenzhen.
Foxconn zet 70 procent van alle iPhones wereldwijd in elkaar. Dat is goed voor net iets minder dan de helft van de omzet van het Taiwanese bedrijf.
Luister ook: