AI-baas Meta: 'ChatGPT is helemaal niet zo innovatief'
De topman van Facebook-moederbedrijf Meta die gaat over kunstmatige intelligentie (AI) vindt alle aandacht voor de AI-chatbot ChatGPT onterecht. "Het is niets revolutionairs."
De chatbot ChatGPT, die met kunstmatige intelligentie vragen kan beantwoorden en teksten kan genereren, is al weken hét onderwerp van gesprek in de techwereld. "Maar qua onderliggende technieken is ChatGPT niet erg innovatief", zegt Yann LeCun, hoofd-AI-wetenschapper van Meta, in een gesprek met Amerikaanse media.
Hij erkent wel dat de chatbot 'mooi is gedaan' en 'goed is ontworpen' door het Amerikaanse bedrijf OpenAI. ChatGPT staat sinds eind november online en heeft al miljoenen gebruikers, onder wie scholieren die ermee teksten voor hun schoolopdrachten genereren.
Meta heeft het ook
Meta's AI-topman benadrukt dat ChatGPT niet uniek is. Meerdere techbedrijven hebben soortgelijke AI-systemen die getraind zijn met enorme hoeveelheden openbare teksten. Volgens LeCun heeft OpenAI geen echte vooruitgang geboekt ten opzichte van de grote AI-taalmodellen die er al waren. "Niet alleen Google en Meta, maar ook allerlei startups hebben zeer vergelijkbare technologie."
ChatGPT en het achterliggende AI-taalmodel GPT-3 bouwen voort op wat door andere partijen de afgelopen jaren ontwikkeld. Het zelflerende, neurale netwerk dat de basis is van onder meer GPT-3 werd in 2017 al door Google onthuld. En de eerste taalmodellen met neurale netwerken dateren al van 20 jaar geleden.
'Geen echte koplopers in AI-race'
OpenAI gebruikte voor het trainen van ChatGPT de methode van 'bekrachtigingsleren via menselijke feedback'. Daarbij geven medewerkers feedback om zo het systeem te helpen om reacties te genereren waar mensen tevreden over zijn. OpenAI schakelde voor het beoordelingswerk laagbetaalde inhuurkrachten in onder andere Kenia in, meldde het tijdschrift TIME onlangs.
De technologie van de trainingsmethode is eerder ontwikkeld door de DeepMind-tak van Google. "Dit soort systemen komen niet uit het niets, ze zijn het resultaat van tientallen jaren van bijdragen van verschillende mensen. Geen enkele AI-partij loopt momenteel echt voorop op de concurrenten", schrijft LeCun.
'Veel te verliezen bij fouten'
Microsoft, dat miljarden investeert in OpenAI, gaat binnenkort ChatGPT aan bedrijven aanbieden. Ook zou de Windows-maker ChatGPT-functies in zijn zoekmachine Bing en Office-apps inbouwen. Google zou binnenkort ook een AI-chatbot aan zijn zoekmachine willen toevoegen.
Meta is er voorzichtig mee en komt voorlopig nog niet met zo'n chatbot voor gebruikers van Facebook en Instagram, zegt LeCun. "Meta heeft veel te verliezen als het systemen aanbiedt die zomaar dingen kunnen verzinnen." Daarmee wijst hij op de gevaren van chatbots, zoals het verspreiden van onjuiste informatie en propaganda.
Maar Meta wil binnenkort volgens de topman wel AI-tools aanbieden aan kleine bedrijven om ze te helpen zichzelf te promoten via sociale media. "Niet alleen voor het genereren van teksten, maar ook voor andere creaties, zoals digitale afbeeldingen voor advertenties."
Verwachtingen temperen
OpenAI zelf probeerde ook al meermaals de hype rond de AI-systemen van het bedrijf te temperen. In Silicon Valley en de AI-wereld zijn de verwachtingen over de opvolger, GPT-4, volgens OpenAI-ceo Sam Altman veel te hoog. "De geruchten zijn belachelijk. Mensen vragen erom teleurgesteld te worden en dat zullen ze straks dus ook zijn. We hebben nog geen echte 'kunstmatige algemene intelligentie', zoals er nu van ons wordt verwacht."
Bij 'kunstmatige algemene intelligentie' heeft AI-software vergelijkbare intellectuele capaciteiten als mensen. "Wanneer dat wel gebeurt, is lastig te zeggen. Het wordt meer een geleidelijke overgang", denkt Altman.
'Chatbots zijn niet te vertrouwen'
De opkomst van dit soort AI-systemen heeft geleid tot zorgen over het verlies van banen en tot rechtszaken over auteursrechtinbreuken. De AI's worden getraind met enorme hoeveelheden data die via internet zijn verzameld, meestal zonder dat de makers van teksten en afbeeldingen daarvoor toestemming hebben gegeven.
Sommige experts zetten vraagtekens bij de effectiviteit en productiviteit van de AI-taalmodellen, omdat bedrijven alle uitkomsten nauwkeurig door mensen moeten laten nakijken. Doen ze dat niet, dan kan dat tot grote schade en rechtszaken leiden, waarschuwen hoogleraar economie Gary N Smith en tech-consultant Jeffrey Funk. "De economische waarde van AI-onderzoek zit in de mate waarin het ons in staat stelt meer goederen en diensten te produceren. Tot nu toe is dat niet veel."