Online gaming goed voor arme landen
Het verhandelen van virtuele game goederen en credits voor echt geld helpt arme landen volgens de Wereldbank.
In landen als China en Vietnam verdienen bijna honderdduizend mensen de kost met het verzamelen van virtueel gamegoud en -goederen die ze doorverkopen aan westerse gamers voor echt geld. De markt voor het zogeheten gold farming is volgens de Wereldbank ruim 2 miljard euro waard en helpt de economie in deze landen. Acht van de grootste Chinese leveranciers van gamegoud hebben een jaarlijkse omzet van bijna 7 miljoen euro en een andere vijftig tot zestig bedrijven zetten elk zo'n 7 ton per jaar om.
Opmerkelijk is dat het geld niet alleen blijft hangen bij de grote bedrijven die de virtuele waren doorverkopen naar de westerse gamers van spellen als World of Warcraft en Lineage. In het rapport geven ze een voorbeeld hoe van een $100 betaling via Paypal voor gamegoud $30 naar de grote leverancier gaat, $45 naar de kleinere goldfarmer en $23 naar het individu die voor de goldfarmer het goud bij elkaar heeft gespeeld. Het biedt duizenden arme en ongeschoolde werkers een kans op echte broodwinning.
Het hoge percentage van de verkopen die de landen bereikt waar het werk gedaan wordt, betekent volgens de Wereldbank dat gamen als industrie de landen kan helpen in ontwikkeling. Het rendement is in elk geval in vergelijking met sommige in- en exportindustrieen vele malen hoger. Koffie is bijvoorbeeld jaarlijks goed voor 48 miljard euro waarvan slechts 3,8 miljard de landen bereikt die koffie verbouwen.